Bij onvruchtbaar gemaakte mannetjesmuizen is de vruchtbaarheid hersteld door zaadstamcellen van muizen op te kweken en terug te plaatsen. De dieren kregen vervolgens gezonde kinderen en kleinkinderen. Onderzoekers van Amsterdam UMC publiceerden dit 12 oktober in het wetenschappelijke tijdschrift Clinical and Translational Medicine. “Met deze studie komt een vruchtbaarheidsbehandeling dichterbij voor mannen die als kind onvruchtbaar werden door een chemokuur”, zegt Ans van Pelt, hoogleraar op het gebied van de mannelijke vruchtbaarheid.

“Nu we hebben bewezen dat de techniek veilig is en werkt, is de volgende logische stap een studie bij mensen”, stelt Ans van Pelt. Zij deed het onderzoek samen met Joana Serrano en Callista Mulder.

Eigen stamcellen terugplaatsen

De onderzoekers bewaarden de testis (zaadballen) van jonge muizen door ze in te vriezen. Na het ontdooien isoleerden ze zaadstamcellen (voorlopers van sperma) uit de testis en werden de stamcellen in het laboratorium opgekweekt en teruggeplaatst in testis van andere, onvruchtbaar gemaakte, muizen. Deze dieren bleken na transplantatie gezonde nakomelingen te kunnen krijgen.

Mulder: “We hebben de gezondheid en ontwikkeling van de eerste en tweede generatie nakomelingen bestudeerd met testjes die – vertaald naar mensen – vergelijkbaar zijn met controles bij een consultatiebureau en een gezondheidscheck bij de huisarts later in je leven. Denk aan de groei, openen van oren en ogen, het ontwikkelen van reflexen, zoals de grijpreflex en omrollen, en daarmee dus ook naar hersenontwikkeling. We hebben de muizen gevolgd totdat ze  – omgerekend in mensenjaren – een leeftijd van 60 jaar bereikten. We keken of ze meer kans hadden op diabetes, hart- en vaatziekten en kanker.” De kinderen en kleinkinderen van muizen die een transplantatie kregen met zaadstamcellen, bleken even gezond te zijn als nakomelingen van muizen die geen transplantatie kregen.

Jonge mannen

Voor Van Pelt kan door dit resultaat nu ook de laatste stap worden gezet: een studie naar de mogelijkheden om jonge mannen te transplanteren met hun eigen zaadstamcellen, die afkomstig zijn uit eerder ingevroren zaadbalweefsel. Van Pelt: “Sinds 2011 zijn we testikelweefsel gaan invriezen van jonge jongens die vanwege kanker een chemokuur moesten ondergaan. Hun stamcellen produceerden toen nog geen bruikbare zaadcellen, maar we hadden goede hoop dat het zou lukken om hun stamcellen ooit ‘aan de praat te krijgen’ en geschikt te maken voor transplantatie. Dat is precies waar we nu staan.”
Een aantal van deze jongens is inmiddels oud genoeg om na te denken over kinderen krijgen. Van Pelt: “Nu deze optie reëel wordt, zijn we ook nieuwsgierig hoe zij zelf tegenover een vruchtbaarheidsbehandeling met eigen stamcellen staan. Welke verwachtingen of twijfels hebben ze? Dat willen we eerst uitzoeken in een aparte studie, zodat we goed voorbereid zijn en weten hoe we de jongens goed kunnen begeleiden.”

Van Pelt schat over ongeveer drie á vier jaar klaar te zijn voor een eerste studie met mensen.

Lees hier de publicatie in Clinical and Translational Medicine.

Tekst: Edith van Rijs
Foto: Shutterstock