De gepersonaliseerde maskers zijn hard nodig, omdat standaardmaskers bij de kinderen op de intensive care vaak slecht passen, vertelt kinderarts-intensivist Reinout Bem. “De kindergeneeskunde is voor commerciële fabrikanten een weinig interessante tak van sport, dus leveren ze een zeer beperkt aantal maten. De beademingsmaskers zijn vaak te groot en lekken lucht of geven pijnlijke drukplekken in het gelaat.” Niet zelden veroorzaakt het een het ander. “Bij lekkage moet een verpleegkundige het masker natuurlijk strakker aantrekken, waardoor er nog intensere drukplekken ontstaan.” Niet alleen is dat heel oncomfortabel voor de kinderen, soms lukt het door de slechte pasvorm simpelweg niet om zo te blijven beademen en moet worden overgegaan op beademen via een buisje. “Dan moet je kinderen in slaap brengen, terwijl ze met beademing via een masker gewoon wakker kunnen blijven en interactie kunnen hebben met hun familie en met ons. Invasief beademen geeft ook meer kans op infecties of schade aan de luchtwegen. Dus dat is niet wat je wilt.”
Speuren
De zoektocht naar een 3D-printer die uitkomst kon bieden was niet eenvoudig, zegt Bem: “We wilden per se flexibele maskers kunnen maken, vanwege het comfort, maar het printen van zachte materialen is pas sinds anderhalf jaar mogelijk. Daarbij moest het materiaal biocompatibel zijn, dus verdragen worden op de huid. Het was speuren: wat is er op de markt, wat is betaalbaar voor ons?” Daarbij werd hulp gezocht bij studenten Technische geneeskunde van de TU Delft en de Universiteit Twente. De keuze viel op de Origin One, die gezamenlijk werd aangeschaft door de afdelingen Kinder-IC en MedTech met financiële steun van Stichting Steun Emma Kinderziekenhuis. Vandaar de vernoeming: de Emma Origin One. De printer kostte zo’n 100.000 euro. De afdelingen hebben ook gezamenlijk promovendus Rosemijne Pigmans kunnen aanstellen, de spil van het project. “Zo’n intense samenwerking is redelijk uniek.”
Binnen 24 uur masker op maat
Uiteindelijk is het streven dat ieder kind dat op de IC binnenkomt met ademhalingsproblemen, binnen 24 uur een gepersonaliseerd masker heeft. Bem: “Eerst wordt het gezicht van de patiënt met een handscanner gescand, een handeling die slechts 20 tot 30 seconden duurt. Die scan wordt vervolgens in een speciaal ontwikkeld softwareprogramma geladen. Daarna moet een arts of verpleegkundige een aantal landmarks aanklikken, punten die het programma nodig heeft om tot een goed passend masker te komen. Denk aan de neusbrug of de jukbeenderen. Die gegevens verwerkt het programma tot een ontwerp dat geprint kan worden. Dat printen duurt een aantal uur.” Alle onderdelen van deze procedure zijn de afgelopen tijd uitgebreid getest en ontdaan van kinderziektes. Er is geoefend met het maken van de scans.
Officiële goedkeuring
Om de gepersonaliseerde beademingsmaskers in de praktijk op de kinder-IC te mogen gebruiken, wordt toestemming gevraagd aan de Medical Device Regulation (MDR)-commissie van Amsterdam UMC, die alle medische hulpmiddelen beoordeelt die in huis worden gebruikt. Rosemijne Pigmans licht toe: “Het is vooral bedoeld om aan te tonen dat je heel goed hebt nagedacht aan welke eisen het product moet voldoen en hoe je de risico’s voor de patiënt minimaliseert. Dan gaat het er bijvoorbeeld om dat het materiaal veilig is voor de huid en dat je met constante kwaliteit kunt printen.” Zodra er toestemming is van de MDR-commissie is het 3D-geprinte beademingsmasker officieel een goedgekeurd gepersonaliseerd medisch hulpmiddel voor intern gebruik en mag het om te beginnen op de kinder-IC worden gebruikt. Bem verwacht dat binnen een half jaar de eerste 3D-geprinte maskers getest kunnen worden bij zijn patiënten op de kinder-IC.
Innovatie verder ontwikkelen
Uiteindelijk gaan ook andere patiëntengroepen gebruikmaken van de maskers op maat, verwacht Bem. Hij denkt daarbij in eerste instantie aan volwassenen en kinderen die thuis chronisch beademd worden. “Voor die groep zijn gepersonaliseerde maskers misschien nog wel logischer, omdat ze soms levenslang vele uren per etmaal een masker moeten dragen.” Bem hoopt dat zoveel mogelijk afdelingen gebruik gaan maken van de printer. Nog mooier zou het wat hem betreft zijn als het bedrijfsleven de handschoen zou oppakken en deze innovatie verder zou ontwikkelen.”
Tekst: Brenda van Osch
Foto: Marieke de Lorijn