In Nederland zijn volgens het CBS naar schatting 1,8 miljoen vrouwen in de overgang. Niet alle vrouwen krijgen dusdanig ernstige klachten dat die invloed hebben op het werk. Vrouwen bij wie deze periode er echt inhakt, kampen met diverse negatieve consequenties, zoals een verminderd vermogen tot werken en een verhoogd ziekteverzuim, van gemiddeld 4,9 per 100 werkdagen. Uit een onderzoek uit 2016 blijkt dat driekwart van de Nederlandse vrouwen die hulp zoeken vanwege overgangsklachten, later ziek wordt, of zelfs stopt met werken.

Vervroegd stoppen met werken gaat ten koste van de financiële onafhankelijkheid. Daarnaast blijven deze vrouwen verstoken van de positieve effecten die werken heeft op een mens, zoals een versterkt zelfvertrouwen en de mogelijkheid zich te ontwikkelen.
Extra vermoeidheid
Wat volgens deze literatuurstudie niet helpt, is dat de overgang als gesprekonderwerp taboe is. Vrouwen durven er vaak niet voor uit te komen; zetten zelfs een tandje bij wanneer ze bij gebrek aan energie langer over hetzelfde werk doen, met extra vermoeidheid en soms psychische klachten als gevolg. Bij vrouwen met een niet-westerse achtergrond constateren de onderzoekers veel onwetendheid over de overgang.
Verminderde arbeidsproductiviteit uit zich geregeld in wat gynaecoloog en onderzoeker Marije Geukes ‘presenteïsme’ noemt: ik ben er wel, maar ik doe niet zo veel. Geukes: “Zo gaat er in Nederland per jaar 2,1 miljard euro verloren. Dat is veel meer dan de kosten van het ziekteverzuim dat het gevolg is van overgangsklachten.”
Tekst: Mieke Zijlmans