Bij 1 op de 3 kinderen die dialyse of een niertransplantatie nodig hebben, is een aangeboren afwijking hiervan de oorzaak. Sinds de invoering van de 20 weken-echo ontdekken artsen veel van deze aandoeningen al tijdens de zwangerschap. Maar hoeveel schade zo'n afwijking zal aanrichten aan de nieren, is zelden te voorspellen. Dat komt omdat de aangeboren nieraandoeningen per kind erg van elkaar verschillen. Ook over de oorzaak van deze ziekten is weinig bekend: bij slechts een klein percentage van de kinderen vinden artsen het verantwoordelijke gen of spelen omgevingsfactoren aantoonbaar een rol. De onvoorspelbaarheid die kleeft aan veel aangeboren nierafwijkingen gaat voor gezinnen gepaard met grote onzekerheid.
Onderzoeksstructuur voor de toekomst
Westland wil samen met collega’s van 6 academische ziekenhuizen een goede onderzoeksstructuur opzetten, die het mogelijk maakt dat zij aangeboren nierafwijkingen ook in de toekomst op dezelfde manier kunnen blijven onderzoeken. Westland: “We willen daarnaast beter worden in het voorspellen van nierproblemen bij aangeboren stoornissen in de nieren en urinewegen. Vanuit de praktijk weten wij dat afwijkingen in het erfelijk materiaal hierbij een belangrijke rol spelen."
"De nieren van het kind ontwikkelen zich bovendien al heel vroeg tijdens de zwangerschap. Dat betekent dat ook omgevingsfactoren rondom de zwangerschap veel invloed hebben. Aangeboren nierafwijkingen worden bijvoorbeeld vaker aangetroffen bij kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap kampen met suikerziekte of overgewicht."
"Tenslotte willen we de oorzaak van de nierafwijkingen achterhalen en een mogelijke link tussen oorzaak en uitkomst in kaart brengen.”
Het onderzoek krijgt 1,5 miljoen euro subsidie van de Nierstichting en loopt vijf jaar. In het consortium werken onderzoekers van Amsterdam UMC, Radboudumc, UMC Utrecht, Erasmus MC, LUMC en UMC Groningen.
Tekst: Sanne Rademaker
Foto: Shutterstock