Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV), de officiële term voor vrouwenbesnijdenis, is in Nederland verboden. Er zijn verschillende vormen van VGV, oplopend in ernst. Bij een ‘lichte’ vorm is alleen het zichtbare deel van de clitoris of de voorhuid van de clitoris weggehaald. Bij een zware vorm is de vagina vernauwd door het wegsnijden en aan elkaar maken van de kleine en/of grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van het zichtbare deel van de clitoris.
Veel voorkomende lichamelijke klachten na een besnijdenis zijn pijn, moeilijkheden bij het plassen, blaasontstekingen en problemen rond de geslachtsgemeenschap, vruchtbaarheid en bevalling. Psychisch vinden veel besneden vrouwen het moeilijk dat hen – zonder hun instemming – zo’n verminkende ingreep is aangedaan, vaak al op jonge leeftijd. “Veel vrouwen voelen zich beschadigd en letterlijk niet compleet”, zegt gynaecoloog en coördinator van de studie Emmy van den Boogaard.
Alleen vergoed bij lichamelijke klachten
De patiënt bepaalt samen met betrokken artsen welke hulp het beste past bij haar specifieke klachten en persoonlijke situatie. Dat kan een operatie zijn, maar ook hulp van een psycholoog of seksuoloog. Gedurende de studie worden deelnemers nauwgezet gevolgd. Het onderzoek duurt naar verwachting vijf jaar.
Anders dan in andere landen worden hersteloperaties bij VGV in Nederland op dit moment alleen vergoed voor vrouwen met lichamelijke klachten. Van den Boogaard: “Dat is eigenlijk heel raar. Je kan je voorstellen dat een hersteloperatie ook helpend kan zijn bij psychische klachten, omdat met de operatie zo goed mogelijk hersteld wordt wat kapot gemaakt is. We willen daarom zo breed mogelijk uitzoeken voor welke besneden vrouwen, met welke klachten, een hersteloperatie een positief effect heeft en dus ook vergoed zou moeten worden. Waarbij we ook de mogelijke complicaties in kaart brengen.”
Drempels
Op 1 januari 2018 woonden in Nederland bijna 41.000 vrouwen die besneden zijn. Naar schatting lopen 4.200 meisjes de komende 20 jaar risico op besnijdenis. Een vrouwenbesnijdenis gebeurt meestal in het land van herkomst, onder sociale druk van de familie, in de leeftijd tussen 0 en 15 jaar. Van den Boogaard: “Ik hoop dat deze studie er ook aan bijdraagt dat de drempels om in Nederland hulp te zoeken na vrouwenbesnijdenis verdwijnen. Het doel van hersteloperaties is niet om het genitale gebied er esthetisch zo goed mogelijk uit te laten zien, zoals vaak gedacht wordt. Het is belangrijk dat de geslachtsdelen goed functioneren, maar ons doel is vooral dat de vrouw die onze hulp zoekt, zich goed voelt bij de hulp die ze krijgt en tevreden is met het resultaat.”
Foto: Shutterstock