Dit zijn de promoties van Amsterdam UMC in de week van 14 tot en met 18 oktober.

dinsdag 15 oktober
Promotie
Minke Huibers: Hiv-resistentie groot probleem in Malawi en Uganda

In Malawi en Uganda is resistentie van hiv tegen de gangbare medicijnen een groot probleem. Het wereldwijde doel om in 2020 bij negentig procent van de hiv-geïnfecteerden het virus te onderdrukken, is in deze twee landen niet behaald. Uit onderzoek van Huibers blijkt dat een vroege start van de behandeling en een intensievere monitoring van de virusconcentratie in het bloed cruciaal zijn.
Naast hiv hebben kinderen en volwassenen uit Sub-Sahara Afrika vaak aandoeningen als (chronische) diarree en ernstige bloedarmoede. Huibers toont aan dat chronische diarree, veroorzaakt door een infectie met microsporidiose, langdurig effect heeft op de voedingsstatus bij seropositieve kinderen. Daarnaast is ernstige bloedarmoede geassocieerd met een hoge sterfte tot wel vijftig procent. Met deze factoren wordt echter geen rekening gehouden in de huidige behandelprotocollen.
De medische zorg voor hiv-geïnfecteerde volwassenen en kinderen in Sub-Sahara Afrika is de afgelopen tien jaar enorm verbeterd, mede doordat zij makkelijker toegang hebben tot anti-retrovirale medicatie. De bevindingen in Huibers’ proefschrift laten echter zien dat niet alleen meer toegankelijke, maar met name verbeterde hiv-zorg noodzakelijk is om het behandelsucces van de eerste decennia vast te houden.
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA) 14 uur
Link naar proefschrift

woensdag 16 oktober
Promotie
Rosan van Zoest: Ouderdomsziekten bij mensen met hiv

Bij het ontstaan van verouderingsziekten bij mensen met hiv spelen meerdere factoren een rol. De zogenaamde “traditionele” risicofactoren als roken, hoge bloeddruk en een hoog cholesterol zijn belangrijk. Daarnaast spelen factoren mee die specifiek zijn bij mensen met hiv. Vaak hebben ze een (langdurige) periode van onbehandelde hiv-infectie en/of een ernstige hiv-gerelateerde afweerstoornis/aids meegemaakt. Ook dragen bijwerkingen van bepaalde hiv-medicijnen mogelijk bij aan de verouderingsziekten. Dit maakt begrijpelijk dat verouderingsziekten bij deze groep mensen vaker voorkomen.
Dat stelt Rosan van Zoest in haar proefschrift over veroudering van mensen met hiv die worden behandeld met hiv-remmers. De verwachting is dat verouderingsziekten bij deze groep mensen vaker voorkomen. Ze heeft onderzocht met welke maatregelen dit proces in mensen met hiv valt te vertragen zodat deze groep mensen gezond oud wordt.
Ze adviseert bij deze groep extra aandacht te besteden aan de traditionele oplossingen zoals stoppen met roken, het behandelen van een hoge bloeddruk/hoog cholesterol. Ook is het zo snel mogelijk beginnen met hiv-medicatie effectief om verouderingsziekten terug te dringen.
Dit onderzoek ondersteunt bestaande richtlijnen die adviseren om te stoppen met roken, bloeddruk en cholesterol te behandelen, en hiv zo spoedig mogelijk te diagnosticeren en behandelen. In de praktijk is hiervan echter lang niet altijd sprake. De resultaten van dit onderzoek kunnen een extra motivatie zijn –zowel voor patiënten als zorgverleners– om de richtlijnen beter te volgen. Mensen met risico moeten zich tijdig –en in sommige gevallen regelmatig– laten testen op hiv.
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA) 10 uur
Link naar proefschrift

woensdag 16 oktober
Promotie
Wieneke Vlastra: Een nieuwe hartklep beïnvloedt de hersendoorbloeding
Patiënten die vanwege een vernauwde aortaklep een TAVI-behandeling krijgen, hebben een kans van 2,4 procent op een beroerte vanwege deze ingreep. Dit risico is, in tegenstelling tot andere TAVI-gerelateerde risico’s, het afgelopen decennium hetzelfde gebleven. Dat concludeert Vlastra in haar studie naar de relatie tussen een TAVI en de doorbloeding van de hersenen.
Bij een vernauwde aortaklep gaat de klep tussen het hart en de levensslagader (aorta) niet meer helemaal open. Bloed stroomt dan minder makkelijk vanuit de hartkamer de aorta in. Een TAVI – (Transkatheter aortaklep implantatie) kan uitkomst bieden; de hartklep wordt vervangen door een kunsthartklep. Het is bekend dat een TAVI de bloeddoorstroming van de hersenen kan verslechteren, maar ook verbeteren. Vlastra onderzocht de relatie tussen een TAVI en de hersendoorbloeding.
Uit de resultaten bleek dat een verhoogd risico op een herseninfarct vooral geldt voor patiënten met een groter calcificatie-volume van de aortaklep. Ook geldt dit voor patiënten ouder dan 90 jaar, patiënten die eerder een beroerte kregen, of die eerder behandeld zijn met zelf-uitvouwbare kleppen.
Vlastra schrijft dat het verhoogde risico misschien verminderd kan worden met zogenaamde cerebrale protectie devices, speciale implantaten die tijdens de TAVI in de aorta geplaatst worden en voorkomen dat fragmenten van een verkalkte aortaklep naar de hersenen doorschieten en daar een infarct veroorzaken.
Er zijn echter ook patiënten met een betere hersendoorbloeding na een TAVI. Vlastra vond bij deze groep dat voor elke extra liter bloed die het hart uitpompte vanwege de nieuwe hartklep, de hersendoorbloeding toenam met acht procent. De onderzoekster schrijft dat deze patiënten eerder en makkelijker voor een TAVI in aanmerking zouden moeten komen.
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA), 14 uur
Link naar proefschrift

donderdag 17 oktober
Promotie
Friso Kortlandt: Behandeling lekke mitrisklep 
Tussen de linkerhartboezem en de linkerhartkamer zit de mitrisklep. Als die klep lekt dan stroomt er bloed terug van de kamer naar de boezem. Dit wordt mitralis regurgitati genoemd. De aandoening komt veel voor bij ouderen en leidt tot verminderde kwaliteit van leven, vroeger overlijden en opname in het ziekenhuis.
Deze aandoening kan worden behandeld met medicijnen of chirurgie. Medicijnen hebben als voordeel dat de operatie achterwege blijft, maar de schade aan de klep blijft bestaan. Bij chirurgie wordt de schade gerepareerd, maar dat kan leiden tot forse complicaties.
Uit het onderzoek van Kortlandt blijkt dat de MitraClip een goede behandeling is voor mitris-klachten. De clip bestaat uit een metalen klemmetje dat met kunststof is bekleed. Dit klemmetje grijpt de klepbladen van de mitralisklep en klemt deze aan elkaar. Dit vermindert de lekkage en verbetert de bloeddoorstroming. De behandeling vindt plaats via een katheter door de lies.
De werkwijze heeft zijn waarde bewezen. Maar het is nog niet duidelijk bij wie en wanneer deze behandeling het beste toegepast kan worden. Kortlandt bespreekt in zijn proefschrift het gebruik van de MitraClip in Nederland en de uitkomsten van de behandeling. Verder heeft hij gekeken naar de overleving ná behandeling met de clip en vergelijkt hij deze ingreep met een behandeling met medicijnen of conventionele chirurgie.
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA) 12 uur
Link naar proefschrift 

Promotie
donderdag 17 oktober
Jetty Overbeek: Complexe relatie tussen type-2 diabetes en kanker

Verschillende epidemiologische studies hebben aangetoond dat kanker vaker voorkomt bij mensen met type-2 diabetes (T2D), maar het is onduidelijk waarom dat zo is. Mogelijke verklaringen zijn risicofactoren zoals hogere leeftijd en overgewicht, veranderingen in het lichaam door diabetes en het gebruik van bloedglucose verlagende medicijnen.
Naast het in kaart brengen van hoe vaak diabetes voorkomt en welke behandelingen gegeven worden, wilde Jetty Overbeek meer inzicht krijgen in de relatie tussen het gebruik van bloedglucose verlagende middelen en kanker. Haar promotieonderzoek is gebaseerd op gegevens uit een groot cohort van mensen met diabetes (het PHARMO DIAMANT cohort).
In de periode 1999-2014 steeg het aantal mensen met diabetes van 1,8 naar 4,9 procent. Van deze toename kan 56 procent worden verklaard door veroudering van de bevolking. Mensen met T2D worden in Europa in eerste instantie met metformine behandeld, indien nodig gecombineerd met een sulfonylureumderivaat. Nieuwere medicatie zoals DPP-4 remmers en GLP1 receptor agonisten werden nog weinig gebruikt.
Zowel mannen als vrouwen met T2D blijken 1.3 keer meer kans op colorectaal kanker te hebben dan mannen en vrouwen zonder diabetes. Mannen met T2D hebben een grotere kans op een tumor aan het einde van hun dikke darm. Vrouwen met T2D hebben meer kans op een tumor aan het begin van hun dikke darm. Bij vrouwen met borstkanker werd aangetoond dat het hebben van T2D de kans op een agressiever type borstkanker verhoogt. Het gebruik van insuline had hier geen invloed op.
Overbeek pleit voor meer onderzoek waarbij rekening wordt gehouden met het soort kanker, geslacht, locatie en aard van de tumor.
Tijd en plaats: VU Auditorium, 13.45 uur

vrijdag 18 oktober
Promotie
Alexander Leeksma: Genomische complexiteit en remming van verkeerd RNA als veelbelovend doelwit
Chromosomale microarrays, een techniek die wordt gebruikt voor genoomwijd onderzoek naar chromosomale afwijkingen, is geschikt voor de diagnostiek van chronisch lymfatische leukemie (CLL). Deze techniek kan de huidige diagnostiek verbeteren omdat met deze techniek een groep patiënten met een ongunstige prognose met hoge genomische complexiteit met vijf of meer chromosale afwijkingen gevonden kan worden.
Hoge genomische complexiteit komt naar voren als ongunstige prognostische factor los van andere bestaande risicofactoren. Leeksma komt tot deze conclusies na analyse van chromosomale microarrays van in totaal 2293 CLL patiënten in een grote Europese studie.|
Leeksma bestudeerde daarnaast het effect van mutaties in de splicing factor SF3B1 op het DNA schade herstel mechanisme en 'verkeerd' afgelezen RNA. Ook heeft hij het effect van de remming van de afbraak van een bepaalde vorm van 'verkeerd' afgelezen RNA dat normaal gesproken wordt afgebroken, onderzocht. Hij heeft ontdekt dat een medicijn dat recent succesvol is getest op mensen naast al eerder beschreven eiwitten ook een belangrijk eiwit voor de afbraak van verkeerd RNA remt. Zijn resultaten laten zien dat remming van dit eiwit zeer effectief is in multipel myeloom, ook wel de ziekte van Kahler genoemd, en mogelijk ook in andere vormen van kanker.   
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA), 10 uur
Link naar proefschrift

vrijdag 18 oktober 
Promotie
Jeroen Baardman: Wisselwerking tussen metabolisme macrofaag en slagaderverkalking
Dit proefschrift levert nieuwe inzichten op tussen de wisselwerking van het metabolisme van de macrofaag en het ontstaan van slagaderverkalking. Macrofagen vormen een essentieel onderdeel van het aangeboren immuunsysteem en zijn in staat gevaarlijke indringers zoals bacteriën te vernietigen door deze op te eten.
Naast het bieden van bescherming zijn macrofagen betrokken bij tal van andere processen in het lichaam zoals het onderhoud en herstel van weefsels. Overmatig actieve macrofagen kunnen echter ook resulteren in ziekten zoals slagaderverkalking. Steeds meer studies laten zien dat het metabolisme (stofwisseling) van een macrofaag sterk is verweven met de activiteit van deze immuuncel.
Jeroen Baardman heeft de rol van het metabolisme in macrofagen verder onderzocht. Slagaderverkalking wordt vaak in verband gebracht met de opname van cholesterol door macrofagen. Dit proefschrift toont aan dat de opname van cholesterol de ontstekingsreacties van macrofagen verzwakt. Deze verzwakte responsen gaat samen met de onderdrukking van een specifiek metabool proces in de macrofaag dat essentieel is voor de ondersteuning van ontstekingsreacties.
Baardman heeft in muizen vastgesteld dat het uitschakelen van genen in de macrofaag het metabolisme sterk kan beïnvloeden. De resultaten in dit proefschrift laten zien dat het uitschakelen van zulke genen de ontwikkeling van slagaderverkalking in muizen gunstig kan beïnvloeden. Dit kan een veelbelovende therapeutische benadering zijn om hart- en vaatziekten te behandelen.
Plaats en tijd: Agnietenkapel (UvA) 14 uur

Link naar proefschrift