Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC. Vanwege de situatie rondom het coronavirus verdedigen promovendi hun onderzoek nu digitaal.

Dinsdag 6 juli 2021
Promotie (VU), 11.45 u, Auditorium     
Giulia Mantini: Een ‘multi-omics’ kijk op pancreaskanker

De meest voorkomende vorm van pancreaskanker is het pancreas ductaal adenocarcinoom (PDAC). De wisselwerking tussen epitheliale en stromale cellen die betrokken zijn bij pancreaskanker kan zorgen voor een snelle groei en uitzaaiing van de kankercellen. Ook kan deze wisselwerking zorgen voor geneesmiddelenresistentie en het terugkeren van de tumor. Diagnose en behandeling in een vroeg en laat stadium zijn een uitdaging. Dit type tumor beschikt niet over gevoelige en specifieke markers om de opsporing makkelijker te maken. Mantini wil onderliggende mechanismen van PDAC beschrijven door verschillende moleculen op enkele of meerdere ‘-omics’ lagen te analyseren. De analyse van meervoudige moleculaire profielen heeft zich ontpopt als een onbevooroordeelde strategie voor de identificatie van nieuwe targets voor medicatie en voorspellende biomarkers.
Link naar proefschrift

Dinsdag 6 juli 2021
Promotie (VU), 13.45 u, online              
Robbert Jan van der Pijl: Troficiteit van de middenrifspier

Het diafragma is de belangrijkste spier voor de ademhaling. Ziekten waarbij het diafragma betrokken is, hebben een nadelig effect op de kwaliteit van leven. Inzicht verwerven in de mechanismen die ten grondslag liggen aan veranderingen in diafragmatroficiteit zijn van vitaal belang voor het begrijpen van spierplasticiteit. Titine mechanosensing is één van deze mechanismen en kan worden ingezet om ongunstige veranderingen in diafragma afwijking tegen te gaan. Van der Pijl heeft de relatie tussen titine  mechanosensing en diafragmatroficiteit onderzocht, in het bijzonder het ontstaan en het verloop van diafragmazwakte na mechanische beademing.
Link naar proefschrift

Woensdag 7 juli 2021
Promotie (UvA), 11.00 u, Aula
Marieke Bierhoff: Hepatitis-B besmetting van moeder op kind voorkomen

Hepatitis B virus (HBV) veroorzaakt wereldwijd ziekte en sterfte met name op plekken met beperkte middelen, bijv. de grens tussen Thailand en Myanmar. De overdracht van het virus van moeder op kind komt op deze locaties het meeste voor. Chronische HBV-infectie kan leiden tot leverfalen, levercirrose en leverkanker. Er bestaat geen behandeling voor HBV. Daarom is het belangrijk om besmetting te voorkomen. De huidige strategie om besmettingen te voorkomen is een geboorte-vaccin gevolgd door drie extra vaccinaties later in het leven, gecombineerd met de toediening van hepatitis B antistoffen na de geboorte. Deze strategieën zijn moeilijker inzetbaar op locaties met beperkte middelen. Zelfs als ze worden toegepast kan moeder op kind overdracht niet voorkomen worden in 8 – 32% van de gevallen. Een extra manier om deze overdracht toch te voorkomen is behandeling van de moeder met Tenofovir Disoproxil Fumarate (TDF). Dat beperkt de DNA belasting door HBV tot een minimum tijdens de bevalling. Deze behandeling is kosteneffectief op locaties met weinig middelen mits toegediend in de juiste dosering en op het juiste moment.
Link naar proefschrift

Woensdag 7 juli 2021
Promotie (VU), 11.45 u, Aula
Zhonghua Shi: Disfunctionele ademhalingsspieren bij mechanisch beademde kritiek zieke patiënten 

Shi wilde beter inzicht krijgen in respiratoire spierfunctie bij mechanisch beademde kritiek zieke patiënten. Shi ontdekte dat myofiber atrofie en contractiele zwakte zich ontwikkelden in kritisch zieke patiënten, wat overeenkomt met eerdere bevindingen in een kleine groep patiënten. De belangrijkste vondst in dit onderzoek is dat vervangingsfibrose en een super-relaxte myosine toestand kunnen bijdragen aan de zwakte van het middenrif. Ernstige zwakte van de expiratoire spieren kan zich echter ontwikkelen bij ernstig zieke patiënten en wordt geassocieerd met nadelige uitkomsten, waaronder moeilijke beademing en verminderde luchtwegverruiming. Verder laat Shi zien dat een infectie met SARS-CoV-2 mogelijk geassocieerd is met de expressie van specifieke genen en pathologische kenmerken in het diafragma van patiënten die Covid-19 niet overleefden. Deze veranderingen kunnen leiden tot een zwakte van het middenrif en kunnen bijdragen aan het falen van de beademing, aanhoudende dyspneu en vermoeidheid bij patiënten die overleefden.   
Link naar proefschrift

Woensdag 7 juli 2021
Promotie (UvA), 14.00 u, Aula
Mariëlle Vermeulen: Harmoniseren en delen van kennis over atopische dermatitis

Atopische dermatitis (AD) is een chronische ontstekingsziekte van de huid die bij 25% van de kinderen en ongeveer 10% van de volwassenen voorkomt. AD gaat gepaard met jeuk en pijn en heeft een aanzienlijk effect op de kwaliteit van leven. Er bestaan meerdere therapieën maar voor de meeste van deze therapieën is het (lange termijn) bewijs van werkzaamheid, (kosten)effectiviteit en veiligheid schaars en van wisselende kwaliteit. Met goed opgezette, langdurige prospectieve patiëntenregisters kan nieuw bewijs worden verzameld. Daarvoor is dan wel nodig dat de gegevensverzameling wordt geharmoniseerd, er internationale wordt samengewerkt en gegevens worden gebundeld. Vermeulen richtte zich op het verbeteren van de AD-zorg, door het harmoniseren van de uitkomstmeetinstrumenten die gebruikt worden in AD-onderzoeksregisters, door meer bewijs te verzamelen over de conventionele fototherapieën en systemische therapieën, en door het initiëren van meer onderzoek naar en de ontwikkeling van instrumenten voor shared decision making in de dermatologie.
Link naar proefschrift

Woensdag 7 juli 2021
Promotie (UvA), 16.00 u, Agnietenkapel
Zulfan Zazuli: Minder nierschade bij chemotherapie

Cisplatina is een veelgebruikte chemotherapie. Het gebruik ervan is geschikt voor ongeveer de helft van de kankerpatiënten. Cisplatine is al meer dan vijftig jaar onderdeel van de standaardtherapie voor verschillende vormen van kanker bij volwassenen en bij kinderen. Hoewel er meer geavanceerde therapieën bestaan, wordt het middel nog steeds gebruikt vanwege de effectiviteit. Tegelijkertijd belemmeren verschillende schadelijke effecten de potentiële effectiviteit. Een van de meest kenmerkende bijwerkingen is de nadelige invloed op de nierfunctie. Zazuli deed onderzoek naar genetische varianten die deze nierschade kunnen verklaren en die mogelijk van pas komen bij een gepersonaliseerde behandeling. Daarnaast onderzocht hij de mogelijkheden om oa het doseringsbeleid van cisplatina aan te passen om het risico op nierschade te minimaliseren.
Link naar proefschrift   

Donderdag 8 juli 2021
Promotie (UvA), 10.00 u, Agnietenkapel
Patricia Jepma: Passende zorg voor oudere hartpatiënten

Oudere hartpatiënten hebben minstens evenveel baat bij leefstijlprogramma’s gericht op stoppen met roken, gewichtsverlies en beweging, als met patiënten jonger dan 65 jaar. Patricia Jepma deed onderzoek naar de integratie van cardiologische en geriatrische zorg voor oudere hartpatiënten. Jepma’s studie laat zien dat de ziektelast en sterftekans bij oudere hartpatiënten zeer hoog zijn. Beter onderscheid maken binnen deze patiëntengroep zou kunnen resulteren in passendere zorg. Een deel van de patiënten heeft mogelijk nog baat bij intensieve preventieve interventies terwijl voor andere patiënten palliatieve interventies, gericht op verlichten van de klachten en kwaliteit van leven, passender zijn.
Link naar proefschrift   

Donderdag 8 juli 2021
Promotie (UvA), 13.00 u, Agnietenkapel
Lotte Verweij: Verbeteren overgang ziekenhuis naar thuis bij oudere hartpatiënten

Onder oudere hartpatiënten is het aantal ziekenhuisopnames en het sterftecijfer hoog. Multimorbiditeit en geriatrische aandoeningen komen bij deze groep vaak voor en verhogen dit risico. Bij kwetsbare patiënten met hart- en vaatziekten is het risico van heropname en sterfte zelfs twee tot drie maal hoger. Voor een adequate behandeling is het nodig om risicopatiënten te kunnen identificeren. Verweij evalueerde strategieën om patiënten met een hoog risico op heropname en sterfte te identificeren. Ook bestudeerde ze nieuwe benaderingen in hartrevalidatie. Uit het onderzoek bleek dat het overbruggen van de kloof tussen ziekenhuis en thuis door een combinatie van disease management, case management en hartrevalidatie in de thuissituatie niet leidt tot minder heropnames en de sterfte van kwetsbare hartpatiënten. De Cardiac Care Bridge interventie wordt in zijn huidige vorm niet aanbevolen voor implementatie in de klinische praktijk.
Link naar proefschrift           

Vrijdag 9 juli 2021
Promotie (UvA), 13.00 u, Agnietenkapel
Nicky van der Heijde: Verbeteren van kijkoperaties alvleesklier

Nicky van der Heijde bestudeerde het beoordelen en verbeteren van uitkomsten in minimaal invasieve alvleesklier- en leverchirurgie (‘kijkoperaties’). Ze richtte zich vooral op internationale multicenter samenwerking. Tijdens een bijeenkomst in maart 2019 in Miami werden wetenschappelijke bevindingen op het terrein van de minimaal invasieve alvleesklierchirurgie, samengevat en richtlijnen opgesteld om de patiëntveiligheid en de uitkomst van een operatie te optimaliseren. Van der Heijde beschrijft onder andere deze evidence-based richtlijnen. Ze formuleerde 28 aanbevelingen voor chirurgen, patiënten en medische verenigingen voor het gebruik en uitkomsten van minimaal invasieve pancreaschirurgie. Daarnaast geeft ze een overzicht van de minimaal invasieve pancreas chirurgie praktijk in Europa om verschillen aan te tonen van diverse ingrepen. 
Link naar proefschrift   

Vrijdag 9 juli 2021
Promotie (UvA), 14.00 u, Aula
Mona Ghannad: Suboptimale rapportagepraktijken in biomedisch onderzoek

De integriteit van onderzoek wordt mede bepaald door verantwoorde onderzoekspraktijken en een eerlijke rapportage. Een nauwkeurige interpretatie en presentatie van resultaten is van essentieel belang om te voorkomen dat misleidende studies worden gepubliceerd en waardevolle middelen worden verspild. Mona Ghannad ging op zoek naar suboptimale rapporteringspraktijken in gepubliceerde rapporten om deze te identificeren en te documenteren. Daarnaast wilde ze voorkeursstrategieën voorstellen die deze bestaande praktijken zouden kunnen vervangen. Ghannad onderzocht drie belangrijke onderwerpen: suboptimale rapportagepraktijken; een voorgestelde strategie gericht op het verminderen van spin; andere aspecten van suboptimale rapportagepraktijken en uitdagingen in publicatie en verspreiding van biomedisch onderzoek. Dit bouwt voort op een groeiend aantal onderzoekspublicaties over wangedrag en wangedrag bij onderzoek, ‘dubieuze onderzoekspraktijken’ genoemd.
Link naar proefschrift