Sommige patiënten komen al jaren op een van onze locaties. Ze zijn bijna vergroeid met het ziekenhuis, er zelfs zowat opgegroeid. Eén van hen, Vincent Moolenaar, wilde zijn 25-jarig patiënt-zijn met ons delen in de vorm van een zelfgeschreven ode aan de locatie AMC – voor hem nog altijd gewoon ‘het AMC’.

“Het was 1995. Ik bezocht F5-zuid drie keer per week voor hemodialyse. We wisten toen niks en daarom kon alles. De verpleegkundigen en wij, we waren noodzakelijke pioniers. We probeerden uit wat onverstandig en onmogelijk werd geacht. Broze botten? Met zijn allen op wintersport! Streng dieet? De grootste schnitzel die u heeft alstublieft! Indien nodig, dialyseerden we tegen de piste op.

Wachtkamer 2

Ik groeide als tiener op in de vele gangen van het AMC. Nooit zal ik er verdwalen. Ik kan het protocol van vele disciplines opdreunen nog voordat ze dit uitspreken: ‘Wilt u een vuist maken?’, ‘Graag uw armen omhoog en uw adem inhouden’, ‘U mag naar wachtkamer 2’.

Het AMC is onlosmakelijk een stukje van mij geworden. Ik ben ermee vergroeid als een klimop. De drang om te zien wat er achter de horizon ligt, is overgeslagen. Uiteindelijk ben ik verpleegkundige geworden en daarna docent verpleegkunde. Dagelijks hoor ik mezelf tijdens lessen zeggen (ooit afgekeken van verpleegkundigen in het AMC): ‘Kijk eerst naar wat je wil en dan naar wat er kan’. ‘Zie de diagnose los van de patiënt. Een ziekte is voor ieder mens weer wat anders’.

Onvoorwaardelijk

Vijf jaar geleden ben ik getransplanteerd, maar nog steeds bezoek ik het AMC wekelijks voor een behandeling. Ik ken geen leven, anders dan dat ik tenminste eens per week aanstuur op de Meibergdreef 9. De gezichten van de artsen, verpleegkundigen en assistenten zijn in die 25 jaar veranderd. Bijna niemand van toen werkt er nu nog. Toch voel ik mij thuis als ik over het voetenplein loop en mijn blik toevallig die van een onbekende verpleegkundige kruist. Dat komt omdat de cultuur in het AMC nog altijd hetzelfde is. Zorgverlening niet omdat het moet, maar omdat ze het echt niet kunnen laten. Omdat ze zich de tegenslagen aantrekken en de successen met je vieren. Ik tref nog altijd dezelfde blik. De blik die zegt dat ze er onvoorwaardelijk voor je zijn en je echt zíen. Niet als een van velen maar als één. Het is deze blik waarnaar ik zoek als mijn studenten diplomeren, dan weet ik dat het ons gelukt is.

Gepaste trots

Wat ik waardeer aan de AMC-zorgverleners die ik heb leren kennen, is dat ze groot en sterk zijn, maar altijd bescheiden blijven. Geen grootspraak of hoogmoed, gewoon gepaste trots. Liever had ik een zorgeloos vrij leven, maar als ik mij dan moet binden aan een ziekenhuis, dan alsjeblieft het AMC. Hartelijk dank voor deze goede zorg de afgelopen 25 jaar!”

Tekst: Vincent Moolenaar