Diagnostiek en behandeling van mensen met pijn op de borst kunnen beter. Met de huidige onderzoeken die een patiënt krijgt, worden soms hartproblemen gemist. Daarom start onder leiding van Amsterdam UMC en Radboud UMC een grote landelijke studie naar het gebruik van een CT-scan in combinatie met medicatie. De onderzoekers kregen een ZonMw-subsidie van 4,6 miljoen euro.

Verwacht wordt dat de resultaten van de studie leiden tot andere zorg voor patiënten met pijn op de borst. Momenteel krijgen zij een aantal testen, waaronder een inspanningstest, een ecg (hartfilmpje) en een echocardiografie waarbij de werking van het hart wordt onderzocht met behulp van geluidsgolven. Dat gebeurt in combinatie met beeldvorming die de anatomie of de functie van het hart laat zien. Ondanks al deze onderzoeken, krijgen veel patiënten te horen dat er geen hartproblemen zijn gevonden die de pijn veroorzaken. Een deel van hen zal uiteindelijk een hartinfarct krijgen.

Zorgkosten

Een Schotse studie onderzocht wat er gebeurde als je een ander patiëntonderzoek doet: een CT-scan (een serie röntgenfoto’s) die de bloedvaten rond het hart in beeld brengt (CTCA), gevolgd door medicijnen als er sprake is van een vernauwde kransslagader. Na 1,7 jaar was het aantal hartinfarcten lager dan na de gebruikelijke aanpak. Het nadeel van de toepassing van CTCA in die studie was dat het tot meer diagnostische tests en hogere zorgkosten leidde.

Kostenbesparing

Onderzoekers van Amsterdam UMC en Radboud UMC willen in een veel grotere groep patiënten en over een langere periode (3 jaar) uitzoeken of het beter is voor de patiënt én of het uiteindelijk goedkoper is om CTCA toe te passen bij mensen met pijn op de borst. De hypothese is dat je met CTCA beter in staat bent om vernauwde of geblokkeerde kransslagaders uit te sluiten. En áls je vaststelt dat er een probleem is met de kransslagaders, zou je patiënten vervolgens gerichter kunnen behandelen. Dat gebeurt in combinatie met zorg die afhankelijk is van wat de CT-beelden laten zien: medicijnen of verder onderzoek met verschillende vormen van beeldvorming. Deze CTCA-strategie wordt vergeleken met de standaard zorg.

Voorlopige berekeningen laten zien dat de kostenbesparing per patiënt over een langere termijn kan oplopen tot zo’n 650 euro. In Nederland melden zich jaarlijks ongeveer 180.000 mensen met pijn op de borst, bij wie vermoed wordt dat het om een hartprobleem gaat.

De studie in het kort

Meer dan 30 ziekenhuizen gaan meedoen aan de studie, die de naam CLEAR-CAD draagt. In totaal zullen zij 6.500 patiënten hierin opnemen. De CLEAR-CAD-studie wordt geleid door cardiologen José Henriques (Amsterdam UMC) en Peter Damman (Radboud UMC) en radioloog Nils Planken (Amsterdam UMC). Het project krijgt steun van de wetenschappelijke verenigingen van Cardiologie, Radiologie, Nucleaire Geneeskunde, Thoraxchirurgie, de Harteraad, Zorgverzekeraars Nederland en de Federatie Medisch Specialisten. De subsidie van 4,6 miljoen euro valt onder het ZE&GG-programma, bedoeld voor onderzoek naar het gepast gebruik van zorg.