“We volgen de kinderen vanaf de zwangerschap van de moeder totdat ze 25 jaar zijn. Op hun 25e wonen de meesten zelfstandig en zijn de hersenen volledig ontwikkeld. En we verzamelen van alles: de groeicurves, bloedwaarden, de gevoeligheid voor verslaving, de leefstijl, de rolverdeling thuis, erfelijke factoren en nog veel meer. De laatste jaren kijken we ook steeds meer naar de invloed van de leefomgeving. Veel van de deelnemers zijn verhuisd uit Amsterdam naar andere plekken in Nederland. Dus onderzoeken we ook effecten van vervuiling, geluid, licht in de stad en op het platteland. Ook de vaders zijn we er steeds meer bij gaan betrekken. Dat gebeurt niet zo vaak in dit soort onderzoeken, maar hun rol blijkt erg belangrijk voor de gezondheid van de kinderen.”
Meer inzicht in kansenverschillen
Ankie en dochter Sophie doen mee aan de ABCD-studie. Ankie werd uitgenodigd voor het ABCD-onderzoek toen ze zwanger was. “Ik merk zelf de enorme verschillen tussen een school in Nieuw-West waar ik les geef en de school van Sophie in Oud-Zuid. Dus het zou mooi zijn als deze studie meer inzicht geeft in kansenverschillen.” De vragenlijsten komen best vaak en zijn steeds gericht op de leeftijd die Sophie op dat moment heeft. “Ik vind het geen punt om daar antwoord op te geven. Ik ben een open persoon. Mijn man is daarin compleet tegengesteld. Die heeft dus ook niet meegedaan.”
Meten, wegen, testjes
Sophie deed al vroeg mee aan allerlei onderzoekjes: meten, wegen, testjes invullen. “Voor die onderzoekjes moesten we ook naar leuke plekken, zoals het NEMO museum. Ik vond het altijd gezellig, leuke uitjes. En we kregen altijd iets lekkers. Later ging ik zelf vragenlijsten invullen, toen ik een jaar of 11 was. En dat waren niet alleen oppervlakkige vragen over hoe oud je bent, maar ook bijvoorbeeld hoe het thuis gaat, met je familie. Best persoonlijk dus.” Ook nu ze op zich zelf gaat wonen, blijft Sophie meedoen aan het onderzoek. “Ik vind het super interessant om mee te werken.” En ze is van plan door te gaan tot ze 25 jaar is, de leeftijd waarop ze volgens deze studie volwassen is.
Cirkels doorbreken
Waarom is dit grootschalige onderzoek nodig? Noekie: “We zien natuurlijk het liefst dat alle kinderen een zo gezond mogelijk leven leiden en dat iedereen gelijke kansen heeft. Dat is nu niet zo. We zien gezondheidsverschillen tussen kinderen die in een zwakker of hoger sociaal-economisch milieu opgroeien. Ook zijn er verschillen in gezondheid tussen etnische groepen. Hoe kan dat? Belangrijke gezondheidsproblemen, denk aan overgewicht, gedragsproblemen en hart- en vaatziekten, beginnen vaak al in de eerste levensjaren. De oorzaken zijn ingewikkeld, dus moet je breed onderzoek doen. Welke factoren spelen een rol? Welke leefomstandigheden kun je veranderen om een gezonder leven te creëren? Met de uitkomsten van onze studie kunnen politici, beleidsmakers, GGD'en en jeugdartsen beleid ontwikkelen om dit te veranderen.”
Dit artikel verscheen in aangepaste vorm in het digitale magazine Amsterdam UMC in praktijk. Lees het uitgebreide artikel en meld u aan als abonnee.