Het aantal ouderen in de samenleving zal de komende jaren alleen maar toenemen. Daarmee neemt de zorgvraag ook toe, want het aantal ouderen met chronische aandoeningen en beperkingen zal sterk stijgen. Dat stelt hoge eisen aan een nu al overbelast zorgsysteem. Een betere samenwerking binnen het zorgsysteem is daarom dringend nodig, stelt hoogleraar Ouderengeneeskunde Martin Smalbrugge. Als we doorgaan op de huidige manier, loopt het systeem volledig vast. “Ik denk eigenlijk dat het zorgsysteem nu al aardig vastloopt. De lange wachttijd voor ouderen op de spoedeisende hulp is een duidelijk signaal dat het misgaat."
Slimmer samenwerken
In Amsterdam bestaat sinds enige tijd het Netwerk Ouderenzorg Amsterdam. Daarin participeren de Amsterdamse ouderenzorginstellingen, Amsterdam UMC en de Amsterdamse huisartsenorganisaties. De specialisten ouderengeneeskunde en verpleegkundig specialisten werken samen met de huisartsen om ouderen thuis optimaal zorg en behandeling te bieden. Daarmee worden ziekenhuisopnames en verpleeghuisopnames voorkomen of uitgesteld. Ook het concept van de Wijkkliniek van hoogleraar Acute ouderenzorg Bianca Buurman is een voorbeeld om bij dringende problemen waarvoor ziekenhuiszorg nodig is, deze zorg buiten het ziekenhuis te bieden.
Samen zorgen met en voor veerkrachtige ouderen
In de visie van Amsterdam UMC op de toekomst van de ouderenzorg speelt het concept ‘veerkracht’ een grote rol. Smalbrugge: “We weten dat ouderen veel veerkracht hebben. Want ouderen zijn heel goed in staat zich aan te passen aan het feit dat ze chronische ziekten en beperkingen krijgen.” Wil de zorg voor ouderen in de toekomst op niveau blijven, dan is veerkracht en weerbaarheid in brede zin nodig. Smalbrugge noemt het een cultuurverandering. “Vijftig jaar verzorgingsstaat heeft geleid tot een situatie waarin we bij zorgvragen geneigd zijn hulp van professionals te vragen en te krijgen, betaald door overheid en verzekeringen. De hele samenleving is gewend aan die afhankelijkheid van zorg, zowel de burgers, als de dokters en het hele zorgdomein. Maar met de capaciteit die we hebben, is dat niet meer haalbaar. De samenleving moet zelf meer op zich nemen. We hebben een cultuurverandering nodig, van verzorgingsstaat naar een ‘zelfzorg’maatschappij, waarin we beginnen met kijken wat we met onze naasten en vrienden zelf kunnen regelen voordat we zorg van professionals vragen.”
Smalbrugge heeft hier ook persoonlijk mee te maken. “Mijn moeder heeft beginnende dementie en wij als kinderen hebben een schema met op welke dagen wij voor haar zorgen. Maar ook wij kunnen dat niet elke dag doen. Op zondagen neemt een buurvrouw haar daarom mee naar de kerk. En op dagen dat wij als kinderen niet voor haar kunnen koken, is er een initiatief in haar buurt waar ze kan aanschuiven voor een maaltijd. Hierdoor kan zij veel langer zelfstandig blijven wonen.”
Handen op je rug
Een zelfzorgmaatschappij vraagt ook van zorgverleners een enorme gedragsverandering. “Als zorgverlener kun je de veerkracht versterken door de manier waarop je zorg levert”, zegt Smalbrugge. Hij noemt het zorg verlenen met je handen op je rug: “Je neemt over wat echt noodzakelijk is, maar niet meer dan dat. Probeer te stimuleren om zo snel mogelijk de taken weer zelf op te vatten. Je kunt zelfstandigheid en functiebehoud bevorderen door niet al te veel zorg over te nemen, maar door samen met de oudere – en degenen in diens omgeving, familie, vrienden, buren - te kijken wat hij zelf nog kan. Dat bevordert echt de veerkracht en zelfstandigheid. Maar dat is wel maatwerk.”
Efficiënter dan wat we nu doen
Deze benadering vraagt in eerste instantie wel meer tijd, erkent Smalbrugge. Want om gebruik te kunnen maken van iemands veerkracht, moet je diegene en diens naaste omgeving eerst leren kennen. Tegelijk benadrukt hij dat er ook veel tijdwinst te behalen is. “De tijd die nu verloren gaat in de zorg rondom de oudere patiënt met logistiek, regelen, wachttijden is aanzienlijk. Eén keer investeren in iemand leren kennen, daarnaar handelen en daar ook een werkend logistiek systeem omheen bouwen, dat kon dat wel eens efficiënter en slimmer zijn dan wat we nu doen.”
Tekst: Jasper Enklaar
Foto: Shutterstock