Veel mooier kan een onderzoeker het niet krijgen. Krachtige antistoffen tegen het coronavirus gevonden. Een publicatie in Science gevolgd door veel media-aandacht. Onderzoeker Marit van Gils vertelt over de speurtocht in het bloed van Amsterdamse patiënten met covid.

Wat hebben jullie precies gevonden?

“We zijn in het bloed van Amsterdamse patiënten met covid-19 op zoek gegaan naar antistoffen. Iedereen die met een virus besmet raakt, maakt antistoffen aan om de binnendringer uit te schakelen. Uit het bloed hebben we tientallen antistoffen (eiwitten) gevist. Twee daarvan bleken het meest krachtig van alle tot dan toe bekende antistoffen tegen het nieuwe coronavirus. Het idee is om die krachtpatsers op grote schaal te produceren en te geven als medicijn in de vroege fase van de ziekte, of wellicht preventief om mensen tijdelijk te beschermen.
Het idee om dit te doen is niet nieuw. In het bloed van mensen die een besmettelijke ziekte hebben doorgemaakt, zitten stoffen die kunnen helpen om de ziekte bij anderen te bestrijden. Bloedplasma van genezen patiënten als medicijn wordt al decennia toegepast. Maar het is beter om de bestanddelen die daarvoor verantwoordelijk zijn uit het bloed te isoleren en alleen die aan patiënten te geven. Er zijn inmiddels talrijke antistoffen gevonden. Wij waren een van de eersten die antistoffen uit genezen covid-19-patiënten wisten te maken. Inmiddels hebben onderzoekers overal in de wereld hetzelfde gedaan. Onze antistoffen behoren tot de krachtigste die gevonden zijn.”

Uit ander onderzoek blijkt dat bloedplasma van genezen covid-19-patiënten weinig doet bij ernstig zieken en dat de antistoffen na de ziekte snel weg zijn. Wat betekent deze uitkomst?

“Dat bloedplasma niet altijd werkt bij patiënten is niet zo verwonderlijk. Het leert ons wanneer je in het ziekteproces de antistoffen precies moet toedienen. In een latere fase van de ziekte, de patiënt ligt dan op de intensive care, is het probleem niet het virus maar een uit de hand gelopen afweerreactie in het lichaam. Dan hebben antistoffen geen zin meer. Je verwacht het grootste effect als ze kort na de besmetting worden gegeven. Of als profylaxe om te voorkomen dat kwetsbare groepen de ziekte gaan oplopen. Antistoffen hebben een korte levensduur, ongeveer twee weken. Dat is geen probleem als we ze geven aan recent besmette personen, maar voor bescherming heb je liever dat antistoffen langer aanwezig blijven. Een vaccin dat een afweerreactie in het lichaam oproept, kan dit bewerkstelligen, maar we werken ook aan mogelijkheden om de levensduur van onze antistoffen in het lichaam te verlengen. We verwachten met antistoffen te komen die drie maanden werkzaam kunnen blijven.”

Hoe vind je de juiste antistoffen in bloed waar het krioelt van cellen en eiwitten?

“We hebben in Amsterdam UMC veel ervaring met antistoffen tegen hiv, het virus dat leidt tot aids. De techniek om antistoffen op te sporen in bloed hebben we daardoor goed in onze vingers. Toen we in januari de genetische code kregen van het nieuwe SARS-CoV-2, zijn we meteen aan de slag gegaan. Met die code kun je de eiwitten maken waarop de afweer moet reageren om het virus te verdrijven, de zogenaamde spike-eiwitten. Die geef je een kleurtje. Je brengt ze in contact met bloed en dan kleuren de SARS-CoV-2 specifieke B-cellen op, die verantwoordelijk zijn voor het maken van antistoffen. Uit die B-cellen hebben we het genetisch materiaal genomen om zo de antistoffen na te maken. Op deze manier hebben we meer dan tachtig antistoffen verkregen. Die hebben we in contact gebracht met het virus om te kijken hoe efficiënt ze het de nek omdraaiden. Hoe minder je nodig hebt, hoe beter. En zo kwamen we op het spoor van twee bijzonder krachtige afweerstoffen. Die worden nu bij ons in het laboratorium in grote potten geproduceerd.”

We zijn nu ruim twee maanden na de publicatie in Science. Hoe vordert het onderzoek?

“We willen het middel zo snel mogelijk op de markt brengen. Inmiddels zijn de eerste dierproeven gedaan en die pakken goed uit. We zijn nu op zoek naar een bedrijf dat het middel volgens de officiële farmaceutisch regels kan maken. Je wil een constante kwaliteit in voldoende hoeveelheden. Hiervoor worden we ondersteund door de Bill & Melinda Gates foundation. Zodra er voldoende veilig geproduceerde antistoffen zijn, beginnen de testen in gezonde vrijwilligers. Als die succesvol verlopen, dan gaan we het middel in patiënten testen: worden ze sneller beter of minder ziek in vergelijking met patiënten die het niet krijgen? Je begrijpt, dit alles kost tijd.
Het maken van antistoffen is niet ingewikkeld, maar moet goed en veilig gebeuren. Daarom is het van belang een krachtige antistof te gebruiken. Dan heb je kleinere hoeveelheden nodig en wordt het medicijn, dat wordt toegediend als injectie of infuus, goedkoper. Een pilletje is helaas geen optie, de antistoffen overleven de maag niet.”

Het coronavirus kan muteren. Beïnvloedt een verandering van het virus de werking van de door jou gevonden antistoffen?

“Mutaties horen bij virussen. Bij hiv is het een probleem een vaccin te vinden doordat het zo snel verandert. Dit coronavirus muteert ook, maar gelukkig een stuk minder snel dan hiv. Er circuleren nu – om het simpel te stellen – twee stammen. Een nieuwe stam verdringt een oude. Langzamerhand wordt de nieuwe stam dominant. Wij hebben onze antistoffen getest op de twee heersende stammen en ze doen het in beide gevallen even goed. Mutaties zijn altijd een probleem. Daarom geef je patiënten het liefst niet één antistof, maar een cocktail van twee of drie verschillende antistoffen.”

Tekst: Marc van den Broek
Foto: Mark Horn

Dit artikel verscheen in ons populair-wetenschappelijke blad Janus.