Bijwerkingen van medicijnen zoals duizeligheid zijn een belangrijke reden dat oudere mensen vallen. Medicijnen afbouwen kan de oplossing zijn, maar hierover beslissen is niet eenvoudig. Daarom worden artsen op de Valpoli in het Amsterdam UMC hierbij sinds kort ondersteund door software die met kunstmatige intelligentie is ontwikkeld.

Wat is de kans dat iemand het komende jaar een keer valt? Als een arts op de Valpoli in het Amsterdam UMC tegenover een patiënt zit, kan er sinds kort met één druk op de knop een voorspelling verschijnen op het computerscherm. "Dan rolt er bijvoorbeeld uit dat een patiënt 56 procent kans heeft om in het komende jaar te vallen", vertelt hoogleraar Ouderengeneeskunde Nathalie van der Velde. "Zeker bij zo'n hoog cijfer is het raadzaam om met een patiënt het gesprek aan te gaan. Welke medicijnen gebruikt iemand en zijn er bijwerkingen waardoor je eerder valt?"

Advies op maat

Van der Velde is hoofdonderzoeker van de zogenoemde ADFICE_IT Studie. Bij deze studie maken artsen op de Valpoli gebruik van software die met behulp van kunstmatige intelligentie is ontwikkeld. De software voorspelt niet alleen hoe groot de kans is dat een patiënt valt, maar geeft ook een advies op maat dat rechtstreeks in het elektronisch patiëntendossier verschijnt. In dat advies staat welke risicomedicijnen een patiënt gebruikt, wat de bijwerkingen zijn en of ermee doorgaan wel verstandig is. Van der Velde: "Het systeem ondersteunt, maar de arts en de patiënt beslissen." Sinds begin september wordt er proefgedraaid en begin oktober gaat de studie officieel van start.

Vallen door bijwerkingen van medicijnen; volgens Van der Velde staan oudere mensen er niet altijd bij stil. "De belangrijkste reden dat één op de drie 65-plussers jaarlijks een keer onderuit gaat, is dat oudere mensen minder mobiel zijn. Meteen erna komt medicijngebruik en de bijwerkingen ervan. We worden met z'n allen steeds ouder en leven langer, maar met meer aandoeningen en ziektes. Oudere mensen gebruiken vaak verschillende medicijnen naast elkaar. Denk aan slaap- en kalmeermiddelen, antidepressiva, pijnstillers en plaspillen voor hart- en vaatziekten om de bloeddruk te verlagen. Mensen kunnen vallen door de bijwerkingen. Zoals slaperigheid, duizeligheid, langzamer reageren, slappe spieren en verminderd zicht."

Ernstig letsel

Vallen is een volksgezondheidsprobleem dat onderbelicht en onderschat wordt, stelt Van der Velde. "In Nederland overlijden elke dag veertien mensen aan de directe gevolgen van een val. Dat is negen keer zo veel dan het aantal mensen dat in het verkeer om het leven komt. Mensen houden geregeld ernstig letsel aan een val over en verliezen soms het vertrouwen in hun eigen lichaam of worden angstig en durven niet meer naar buiten. Ik hoor mensen wel eens zeggen: 'Ach, vallen hoort bij het leven.' Maar dat is een misvatting. Je kunt een val vaak voorkomen."

Medicijnen afbouwen kan een oplossing zijn, maar daarover met mensen in gesprek gaan, is voor artsen soms lastig. "Als een patiënt bijvoorbeeld een medicijn krijgt dat een hartinfarct moet voorkomen, stelt een arts niet zomaar voor om ermee te stoppen. Het medicijn is toch niet voor niets voorgeschreven? Weet ik wel voldoende om dit besluit te nemen? Artsen zijn opgeleid om te handelen. Met een medicijn stoppen, voelt tegennatuurlijk."

Zicht op puzzelstukjes

Volgens Van der Velde is het nemen van dergelijke beslissingen vaak ingewikkeld. "Als mensen meerdere medicijnen gebruiken voor allerlei verschillende aandoeningen, zijn er verschillende bijwerkingen waardoor mensen eerder vallen. Je moet als arts bij wijze van spreken vijftig richtlijnen uit je hoofd kennen of opzoeken om te weten of afbouwen of wisselen een overweging is. Voor een goed gesprek met een patiënt heb je veel kennis en vooral tijd nodig."

De software die voor het onderzoek is ontwikkeld, helpt hierbij. Dat is de ervaring van Joost van den Berg, die als arts-assistent op de Valpoli sinds begin september met het systeem werkt. "Het systeem is efficiënt, want je ziet meteen wat voor risicomedicijnen een patiënt gebruikt met het advies op maat. En het is transparant, want het staat direct in het elektronisch patiëntendossier. Alle verschillende medicijnen met de voor- en nadelen ervan, al die losse puzzelstukjes, staan overzichtelijk weergegeven. Mensen kunnen meekijken. Dat maakt het gesprek en het samen nemen van een beslissing makkelijker."

Veilig afbouwen

Bij verschillende patiënten in het Amsterdam UMC werd met ondersteuning van de software een medicijn afgebouwd. Van den Berg: "Er was bijvoorbeeld een mevrouw van begin zeventig op de afdeling waarbij het systeem een hoog valrisico voorspelde. Dat kwam ook door medicijnen die ze gebruikt om haar manische depressie te behandelen en medicijnen voor haar hoge bloeddruk. Het stoppen van de medicatie voor de manische depressie was geen optie, want daar had ze slechte ervaringen mee. In overleg met haar en haar cardioloog hebben we de medicijnen voor haar hoge bloeddruk op een veilige manier afgebouwd."

Of zo'n beslissing anders ook samen met de patiënt genomen was; het zou goed kunnen, stelt hoogleraar Van der Velde. "Maar het is wel prettig dat je het gesprek kunt voeren op basis van datagedreven informatie. De software vergelijkt de informatie van een individuele patiënt in real time met informatie van patiënten met een vergelijkbaar profiel."

Voor het ontwikkelen van de software werden gegevens van 22.000 mensen uit verschillende grote gezondheidsstudies gebruikt. "Met behulp van verschillende analyse technieken, waaronder kunstmatige intelligentie technieken, hebben we een model ontwikkeld dat het individuele valrisico van een patiënt weergeeft. De beslisondersteuning die we ontwikkeld hebben, specifiek gericht op vallen, is wereldwijd uniek."

Tastbare winst

Van der Velde heeft contact met tien andere ziekenhuizen in Nederland die binnenkort ook met de software aan de slag gaan. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van beslisondersteuning voor huisartsen. Ook internationaal is er aandacht voor de studie, merkte Van der Velde afgelopen week bij het Europese Geriatrie Congres in Londen. "Daar werd de eerste Wereld Richtlijn Valpreventie gelanceerd, waar ik co-voorzitter van ben. Er wordt in de richtlijn benadrukt dat valpreventie alleen werkt als het goed wordt uitgevoerd. Omdat dat lastig blijkt in de praktijk, lijkt slimme datagedreven beslissingsondersteuning een veelbelovende aanpak."

Bewijzen dat dit daadwerkelijk zo is; dat is het doel van de ADFICE_IT Studie. "Als dat gebeurt, en daar ga ik vanuit, vallen mensen minder vaak. Er is dan minder letsel en er gaan minder mensen dood. Tastbare winst voor oudere patiënten; daar doen we het voor."