Minister van VWS Ernst Kuipers heeft 16 januari de NFU in een opdrachtbrief gevraagd om met een voorstel te komen voor de herinrichting van de complexe zorg voor kinderen met een aangeboren hartafwijking. De minister geeft aan vast te houden aan het concentreren van de kinderhartchirurgie in twee academische centra. Het Centrum Aangeboren Hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL) ziet in de recent verschenen impactanalyse van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nog steeds een goede basis om als umc’s gezamenlijk te komen tot een toekomstbestendig fundament voor de academische zorg voor kinderen in Nederland.

Kuipers vraagt in zijn brief de NFU om voor 15 februari aan te geven of de koepelorganisatie bereid is met een voorstel te komen. Ziet de NFU hier vanaf, dan hakt de minister op korte termijn zelf knopen door in dit politiek en maatschappelijk beladen dossier. Als de NFU instemt, eist Kuipers dat de academische ziekenhuizen voor 1 april twee concrete centra aanwijzen waarin de complexe zorg voor aangeboren hartafwijkingen geconcentreerd wordt. Voor 1 oktober dient de NFU dan een set maatregelen te formuleren die de ongewenste effecten van deze concentratie tegengaan. Inclusief een tijdpad voor invoering van de maatregelen.

NZa-rapport leidend

Met deze aanpak gaat Kuipers voor een belangrijk deel voorbij aan de objectieve impactanalyse van de NZa, die onlangs verscheen. In dit rapport stelt de NZA dat het concentreren van de academische kinderzorg in twee centra te veel afbreuk doet aan de toegankelijkheid en kwaliteit van de patiëntzorg. Daarom adviseert de NZa onder meer om te starten met het vormen van twee landelijke samenwerkingsclusters, waarin ook de umc’s van Leiden en Groningen een belangrijke rol blijven spelen. Amsterdam UMC deelt het pleidooi van de zorgautoriteit om de besluitvorming te toetsen aan heldere criteria.

Fotografie: CAHAL