Slechthorendheid hoort er zo’n beetje bij als je ouder wordt. Vanaf je vijftigste neemt het gehoor aantoonbaar af. De helft van de tachtigplussers heeft gehoorproblemen. Voor de overgrote meerderheid is een gehoorapparaat het enige wat hen kan helpen. Maar daarmee ben je er vaak niet, weet Sophia Kramer, hoogleraar Auditief functioneren bij Amsterdam UMC. “Zo’n apparaat versterkt weliswaar het omgevingsgeluid waardoor dat harder binnenkomt, maar neemt de luisterinspanning ook af?” Daar komt Kramers expertise om de hoek kijken. Zij meet bij slechthorenden de inspanning die zij ervaren als ze proberen om anderen goed te verstaan.
Waar komt die stress vandaan?
Kramer: “Omdat het geluidssignaal niet optimaal binnen komt, missen slechthorenden vaak delen van een zin. Zij moeten dan zelf de ontbrekende stukken invullen en nadenken over wat er gezegd zou kunnen zijn. Dat tegelijkertijd nadenken en luisteren kost veel inspanning. Daarnaast zijn ze continu onzeker: klopt het wel, heb ik het goed verstaan? Kan ik wel op mijn oren vertrouwen?”
Daarnaast moeten ze heel geconcentreerd luisteren, zeker als er achtergrondgeluid is. Dat kost hen veel meer inspanning dan mensen met een normaal gehoor. Als je dat bijna dagelijks moet doen, bijvoorbeeld voor je werk of omdat je optimaal moet presteren, dan leidt dat tot vermoeidheid. Vergelijk het met een hele dag luisteren naar Engelstalige presentaties op een internationaal congres. Dat kost iemand met een normaal gehoor al bovengemiddeld veel inspanning.”
Je gaat nu samen met je collega Adriana Zekveld de stressniveaus meten bij 100 mensen met gehoorverlies en 100 mensen met een normaal gehoor. Hoe ga je dat doen?
“We kijken allereerst naar de oogpupil. Bij inspanning wordt deze wijder. Je kunt dat zelf nagaan: kijk maar eens in de spiegel naar je pupil terwijl je een moeilijke som oplost. In het lab hebben we dit soort metingen al vaak gedaan: in verschillende situaties kijken we hoe wijd die pupil wordt. Maar het liefst willen we de mate van stress in het dagelijks leven meten. Dat gaan we nu voor het eerst doen. Omdat we de pupilgrootte alleen in het lab kunnen meten, gaan we daarvoor andere methodes gebruiken.
Samen met VU-hoogleraar Eco de Geus – die alles weet van stressmetingen in het dagelijks leven – hebben we bedacht hoe we dit bij onze studie gaan doen. De deelnemers krijgen twee dagen lang een draagbaar kastje mee dat via elektroden op de huid van alles bijhoudt: beweging, hartslag, huidgeleiding. Daarnaast vullen zij via een app op hun smartphone ieder uur in hoe vermoeid en gestresst zij zich voelen. Ook beantwoorden zij vragen over de situatie waarin ze zich bevinden – zijn ze alleen of in een gezelschap – terwijl een microfoontje de hoeveelheid rumoer op de achtergrond meet.
We denken dat situaties in het dagelijks leven veel zwaarder zijn dan in het lab. Je hebt constant anderen om je heen waar je op moet reageren. Dan gaat schaamte een rol spelen omdat je iets niet goed begrepen hebt, waardoor je misschien een fout maakt. Wij willen graag weten hoe langdurige blootstelling aan dat soort situaties het stress-systeem beïnvloedt.”
Hoe gaat de uitkomst van deze studie slechthorenden helpen?
“Dit kan leiden tot betere gehoortesten. De industrie is erg geïnteresseerd in onze manier van meten. De tests waarmee zij standaard nagaan of een gehoorapparaat succesvol is, kijken puur naar de verbetering van het gehoor en niet naar de hoeveelheid inspanning die het iemand kost om iets goed te horen. Die moet wel afnemen.
Bij de huidige hoortoestellen is het de vraag of dat het geval is. Zij vervormen het geluid vaak, waardoor je nuances in spraak, zoals emoties, niet goed mee krijgt. Een luistertest kan niet meten hoe een slechthorende zijn nieuwe toestel ervaart. Daarom hopen de fabrikanten van gehoorapparaten onze manier van testen uiteindelijk te kunnen overnemen.
Daarnaast is het voor mensen met gehoorproblemen goed om te weten dat er een verband is tussen slechthorendheid, stress en vermoeidheid. En als we weten welke factoren die stress en vermoeidheid veroorzaken, kunnen we per persoon gericht advies geven. Bijvoorbeeld over de inrichting van een werkplek.”
Tekst: Irene van Elzakker
Foto: Shutterstock