Op een internationaal Alzheimercongres (AAIC) in Amsterdam zijn nieuwe richtlijnen voor het vaststellen van de ziekte van Alzheimer gepresenteerd. Deze zijn ontwikkeld door artsen en onderzoekers uit de hele wereld. Volgens de nieuwe criteria wordt de ziekte in de kliniek gediagnosticeerd met biomarkers, net zoals bij ziekten als diabetes en hart- en vaatziekten.
Bloedtest met biomarkers
Er is de afgelopen jaren een biomarker-bloedtest ontwikkeld die zeer goede resultaten geeft, zo blijkt uit recent onderzoek van Amsterdam UMC. Charlotte Teunissen, hoogleraar Neurochemie van Amsterdam UMC: “Er is een nieuwe generatie biomarkers beschikbaar om de ziekte van Alzheimer steeds beter te detecteren. We hebben hiermee in ons Alzheimercentrum al veel ervaring opgedaan. De test is op termijn ook goed te gebruiken in andere ziekenhuizen. Uit nieuw onderzoek van Amsterdam UMC en Alzheimer Nederland blijkt dat veel mensen met cognitieve klachten ook daadwerkelijk willen weten of zij in de beginfase van de ziekte van Alzheimer zitten. Als zij dat weten, stelt het hen in staat om meer regie te nemen op de volgende fase van hun leven. Met de bloedtest om de ziekte van Alzheimer vast te stellen, kunnen deze patiënten zich voorbereiden. Ook kan de uitslag van zo’n test helpen bij het besluit om een behandeling te starten.
Minder belastend, goedkoop en makkelijk
Er zijn nog meer redenen om de bloedtest in te zetten bij het stellen van een diagnose. De bloedtest is veel minder belastend voor de patiënt dan de huidige methode. Daarbij worden biologische markers gebruikt uit hersenvocht, en moeten patiënten een ruggenprik en soms een PET-scan ondergaan. De bloedtest is ook een relatief goedkope methode die bovendien makkelijk is uit te voeren. Eerder konden alleen gespecialiseerde klinieken een goede analyse met deze test doen. Nu blijkt uit Zweeds onderzoek dat de test ook in de eerste lijn, bijvoorbeeld bij de huisarts, kan worden ingezet met een betrouwbaar resultaat.
Meer biomarkers op komst
Eerder werd de ziekte van Alzheimer in de richtlijnen gedefinieerd aan de hand cognitieve achteruitgang van de patiënt en hersenonderzoek na overlijden. Cognitieve achteruitgang kan echter veel verschillende oorzaken hebben en is daarom niet betrouwbaar als enig criterium. In de nieuwe richtlijn wordt de ziekte gediagnosticeerd door biomarkers, aanvullend op cognitieve achteruitgang. Er zijn de laatste jaren steeds meer biomarkers met uitstekende en betrouwbare diagnostische prestaties ontwikkeld. En er zijn er meer op komst.
De nieuwe richtlijn is ontwikkeld door een internationale groep van behandelaars en onderzoekers namens de internationale Alzheimer’s Association en het American National Institute on Aging.
Fotografie: Adobe Stock