Hij vergeet het nooit meer, het telefoontje van zijn vrouw tijdens zijn spreekuur op de poli Nefrologie. Heftig nieuws: zijn dochter van 6 maanden had een ademstilstand gehad. Belde ze vanuit de SEH van VUmc. Hij liet alles uit zijn handen vallen en was er in no time. “Gelukkig heeft ze het overleefd, ook omdat toen het gebeurde mijn vrouw haar toevallig in haar armen had. Maar het is voor mij een vormend moment geweest: familie gaat boven werk. Toen ik leidinggaf aan de afdeling Nefrologie organiseerde ik na oud en nieuw altijd een etentje met de partners van de stafleden. En in de zomer gingen we iets doen met de gezinnen. Zodat je ook elkaars kinderen kende en een gezicht erbij had wanneer een collega zei: ‘Ik moet nu echt even naar huis naar mijn dochter’."
Mens centraal
Het verhaal is typerend voor Piet ter Wee, nefroloog, hoogleraar en lange tijd lid van de medische directie. Het zijn de mensen om wie het draait, is zijn belangrijkste principe. Het meest nog de patiënten, op de afdeling Nefrologie maar ook breder in het hele ziekenhuis. Maar dus ook de familie thuis en de collega’s op de gang. “Als opleider gaf ik arts-assistenten altijd zoveel mogelijk gelegenheid om zich te ontwikkelen. Als hoofd van de afdeling liet ik mijn stafleden doen waar ze talent voor hadden, wat ze boeiend vonden. Bijvoorbeeld Mark Vervloet, die IC-arts wilde worden, maar die ik heb gekaapt. Die werd een vooraanstaand expert op het gebied van de vitamine D-huishouding. Hij is nu afdelingshoofd Nefrologie in het Radboudumc.”
Groei Nefrologie
Op die manier bouwde Ter Wee Nefrologie in VUmc uit tot een volwaardige afdeling die meetelde. Bij zijn komst in de jaren '80 was het niet veel meer dan een dialysecentrum en gingen patiënten met een complexe aandoening naar het AMC. Daar vonden ook de niertransplantaties plaats. Stap voor stap haalde ter Wee steeds meer taken en faciliteiten naar de De Boelelaan. Zoals een eigen transplantatiecentrum. Het ging hem niet zozeer om de eigen reputatie, maar om het bieden van zo goed mogelijke zorg voor de nierpatiënt. “Een mooi voorbeeld was de komst van een zelfstandig behandelcentrum voor patiënten met kunstnierbehandeling een paar straten verderop. Het ging om relatief actieve mensen die nog zoveel mogelijk van hun leven wilde maken. Daarom had het centrum ook 15 slaapkamers voor nachtdialyse. Dan was je als patiënt overdag weer vrij mens.” Ter Wee smeedde nauwe banden met het centrum, zodat zijn patiënten daar makkelijk terecht konden.
Overstroming
Er komen altijd kansen voorbij, de kunst is om ze te pakken. Nog een motto van Ter Wee. Dat deed hij ook toen hij in 2014 door voormalig medisch directeur en bestuursvoorzitter Chris Polan werd gevraagd om toe te treden tot de medische directie van VUmc. “Het gesprek ging eigenlijk over een andere rol, maar al pratend realiseerden we dat ik wel eens een goede opvolger zou kunnen zijn van Chris als medisch directeur. Dat was een kans die ik graag aangreep. Mijn missie bij Nefrologie voelde voltooid, het was tijd voor iets anders.” Een jaar na zijn aanstelling was het voor Ter Wee meteen menens: VUmc werd getroffen door een enorme overstroming en was gedwongen al zijn patiënten te evacueren.
Crisisteam
“Ik wilde die dag zoals altijd onder de poli parkeren, maar er stond zo’n plens water op de weg dat ik moest omkeren. Als voorzitter van het crisisbeleidsteam (CBT) belde ik direct de meldkamer. Het werd al snel duidelijk dat dit echt major was en we de crisisorganisatie moesten optuigen. Dan komt binnen no time de hele boel opdraven: de traumatoloog en anesthesioloog van dienst, iemand van Communicatie, bestuursvoorzitter Wouter Bos.” We lopen even langs de crisisruimte die nog steeds tegenover de meldkamer van het ziekenhuis op locatie VUmc ligt. “Wat grappig, op het bord staan nog de aantekeningen van de rampenoefening van eind 2023. De stappen die ze beschrijven, zijn dezelfde die wij volgden in 2015: eerst beeldvorming, dan oordeelsvorming, dan beslissen. Dat gebeurde in korte loops van zo’n 20 minuten achter elkaar, je moest steeds inspelen op nieuwe ontwikkelingen. En steeds weer de vraag: wat betekent dit voor onze patiënten?
Stoere mannen
Het is alsof Ter Wee weer even midden in de overstroming staat: hij praat sneller, zijn armen gebaren. “Het bleek al snel dat kortsluiting en een mogelijke brand het grootste gevaar waren. Daarom moesten we een groot bouwdeel afsluiten van elektriciteit. Op een gegeven moment werd duidelijk: zo kan het ziekenhuis niet meer draaien, we moeten evacueren. Welke consequenties had dit voor onze meest kwetsbare patiënten? Je kunt de liften immers niet meer gebruiken en de IC was op de 7e verdieping. Chirurg Jaap Bonjer kwam met het geweldige idee om commando’s in te zetten die patiënten via de trappen naar beneden droegen. Als je die stoere mannen bezig ziet, is dat een geweldig gezicht.” Zijn eigen rol in deze hectiek? “Niet in paniek raken, zo kalm mogelijk blijven. Er zijn die dag geen doden gevallen, dat kun je gerust een klein wonder noemen. Het zijn momenten die je bijblijven.”
Binnenlandse Zaken
Dat geldt ook voor de 2e crisis die hij in de medische directie beleefde: covid-19. Als CBT-voorzitter had hij lange tijd een dagtaak aan het opvangen van alle schokken die de pandemie teweegbracht op beide locaties. Al snel ontstond er een taakverdeling met collega medisch directeur Moniek Köhlen: “Zij was samen met bestuurslid Mark Kramer vooral extern actief, ik richtte me met name op de interne kwesties. We werden al snel de ministers van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken genoemd.” Ook hier weer probeerde Ter Wee de rust te bewaren, zodat de crisisbesluiten zo weloverwogen mogelijk konden worden genomen. “Dat waren regelmatig ingrijpende maatregelen, zoals het inzetten van het polipersoneel in de kliniek. Maar het was nodig: door de isolatiemaatregelen hadden we te weinig handen aan het bed om alle patiënten goed en veilig te kunnen verzorgen.”
Humor
Van de crisiskamer zijn we doorgelopen naar zijn oude nest, de afdeling Nefrologie op locatie VUmc. Ter Wee loopt zijn opvolger Frans van Ittersum tegen het lijf en ze halen herinneringen op. Over de acute momenten dat je een dialyserende patiënt, die verkeerd reageerde op de toegediende antistolling, ter plekke moest reanimeren. Maar ook de humor, die ze samen met patiënten hadden als ze urenlang vastgekluisterd lagen aan de dialyse. “Dat is ontzettend zwaar”, weet Ter Wee. “Dan kun je er maar het beste iets van maken.” De Amsterdamse humor wil dan nog wel eens helpen. “Daar maakte ik meteen bij mijn sollicitatie kennis mee”, lacht Ter Wee. “Ik kwam uit het provinciale Groningen en was verdwaald in de grote stad. Toen ik belde met de vraag: ‘Hoe kom ik het snelste met de auto in het VUmc?’, luidde het antwoord: “Dan moet u er voor gaan liggen, mijnheer.”