Onderzoekers Marta Bermejo-Jambrina en Julia Eder ontdekten onder leiding van Theo Geijtenbeek dat heparansulfaten betrokken zijn bij een infectie met het coronavirus, vandaag gepubliceerd in the EMBO Journal. Deze suikerstructuren bevinden zich op alle cellen van het lichaam. De onderzoekers toonden aan dat het virus eerst hieraan bindt, waarna het de cellen infecteert. Daarnaast ‘kleeft’ het via deze suikerstructuren aan immuuncellen die in het lichaam circuleren, waardoor het zich door het hele lichaam verspreidt. Dus het coronavirus gebruikt heparansulfaten voor infectie en verspreiding.
Kleine suikers
De onderzoekers ontdekten dat deze interactie voorkomen wordt door kleine stukjes van heparansulfaten, de zogenaamde laagmoleculaire heparines. Deze worden in de kliniek gebruikt als bloedverdunners. Behandeling van het virus met deze bloedverdunners zorgt ervoor dat het coronavirus de epitheelcellen uit de neus niet kan binnendringen en zich niet naar andere cellen kan verspreiden. De onderzoekers stellen dat deze bloedverdunners gebruikt kunnen worden om infectie met het coronavirus te voorkomen.
Pufje
Zulke bloedverdunners worden al lange tijd gebruikt om bloedstolsels te behandelen bij trombose, beroertes en infarcten. Momenteel wordt onderzocht of een 'pufje' van laagmoleculaire heparines in mond en neus infectie met het coronavirus kan voorkomen. Omdat het om een algemeen infectiemechanisme gaat, zouden deze bloedverdunners verschillende varianten van het virus kunnen blokkeren, aldus de onderzoekers. Mogelijk kunnen risicogroepen waarbij vaccinatie niet werkt hiervan profiteren. Deze nieuwe methode kan ook worden gebruikt bij een uitbraak van nieuwe virusvarianten waarvoor geen vaccins beschikbaar zijn of waartegen huidige vaccins onvoldoende effectief zijn.
Foto's: laboratorium Experimentele immunologie