Het CAHAL scoort, net als het Erasmus MC, het beste op alle criteria voor kinderhartzorg, blijkt ook uit het recente NZa-onderzoek. Het centrum behandelt gemiddeld een derde van alle kinderen met hartafwijkingen in Nederland en doet de meeste interventies bij volwassenen. Net als de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het CAHAL altijd gepleit voor zorgvuldige concentratie op basis van objectieve en toetsbare criteria. Die onderbouwing ontbreekt volgens CAHAL, waardoor het niet te beargumenteren is dat een van de twee grootste centra met 26 jaar opgebouwde expertise zou moeten sluiten.
Gevolgen landelijke kinderhartzorg
Als gevolg van de voorgenomen concentratie van de kinderhartzorg zal meer dan de helft van de interventies moeten worden verplaatst. Dat geldt ook voor de medisch specialisten en de (schaarse) gespecialiseerde verpleegkundigen. Douwe Biersma, voorzitter van de Raad van Bestuur Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC): “Dit is een zeer risicovol scenario waar ook de NZa voor waarschuwt. Het brengt de continuïteit van kinderhartzorg in gevaar door meer schakelmomenten en meer transporten. De beschikbaarheid van kinder-IC-bedden komt onder druk te staan in de centra die dicht moeten.”
Onvervangbare expertise
Het CAHAL is het enige centrum in Nederland dat hartpatiënten al voor de geboorte in de baarmoeder opereert en levenslang volgt. Met het weghalen van de kinderhartzorg dreigt deze expertise uit Nederland te verdwijnen. Dat geldt ook voor complexe hartinterventies en invasieve hartritmebehandelingen bij kinderen en volwassenen, waarvoor CAHAL (inter)nationaal verwijscentrum is.
Minder ingrijpend alternatief
Volgens CAHAL zijn er minder ingrijpende alternatieven, zoals de overstap van vier naar drie centra. Kwaliteit van zorg en expertise zou zwaarder moeten wegen dan regionale spreiding. De NZa adviseert om nu geen onomkeerbaar concentratiebesluit te nemen, vanwege de substantiële effecten voor de patiënten, de zorgprofessionals en de interventiecentra.
Fotografie: Sandra Stokmans