Elk jaar krijgen enkele duizenden mensen in Nederland een vorm van leukemie. Stamceltransplantatie is de enige behandeling die patiënten echt kan genezen. Helaas richt de afweer zich na een transplantatie soms tegen de patiënt, waardoor deze ernstig ziek wordt en zelfs kan overlijden. Met haar benoeming tot hoogleraar Inwendige geneeskunde wil Mette Hazenberg (1971) zich de komende jaren richten op de ontwikkeling van technieken om de afweer van leukemiepatiënten te verbeteren. 

“De kracht van ons onderzoek is dat we gebruik maken van wat het afweersysteem zélf heeft bedacht om de leukemie te bestrijden”, vertelt Hazenberg.Haar leerstoel – die voluit luidt: Inwendige geneeskunde, in het bijzonder celtherapie in de hematologie – is  een erkenning voor haar wetenschappelijk onderzoek naar tumorimmunologie. Daarnaast hoopt de nieuwbakken professor dat haar patiënten, die kampen met leukemie of lymfeklierkanker, baat hebben bij de benoeming. “Deze patiënten hebben op veel vlakken problemen. Hun ziekte heeft grote consequenties voor hun leven, of het nu gaat om werk, relatie of ouderschap. We proberen mensen daarbij te helpen, bijvoorbeeld door verpleegkundig specialisten in te zetten. Ik hoop met mijn hoogleraarschap ook het belang van goede klinische zorg voor deze patiëntengroep te benadrukken”, aldus Hazenberg. 

Stamceltransplantaties 

Hazenberg richt haar expertise op de stamceltransplantatie. Dit is een ingrijpende behandeling, maar voor een deel van de mensen met hematologische ziekten de enige weg naar mogelijke genezing. Met een stamceltransplantatie ‘reset’ je het afweersysteem. Er vormen zich nieuwe cellen, waaronder een nieuwe afweer, afkomstig van een donor. Het doel van de transplantatie is dat dit nieuwe afweersysteem achtergebleven tumorcellen opruimt, zodat de leukemie of de lymfeklierkanker niet meer terugkomt.  

Alternatieven voor afweeronderdrukkers

Helaas accepteert het lichaam niet altijd de stamcellen van de donor; de cellen keren zich dan tegen organen van de patiënt, waardoor hij alsnog heel ziek wordt. Dit heet graft-versus-host-ziekte. Hazenberg: “Je wil dat de donorcellen iets tegen de leukemie of het lymfoom doen maar niet tegen het eigen lichaam.” Graft-versus-host-ziekte wordt behandeld met zware afweeronderdrukkende medicijnen, zoals prednison. De komende jaren zal Hazenberg haar onderzoek voortzetten naar alternatieven voor deze heftige afweeronderdrukkers. Zij ziet kansen in ILC-cellen (immuuncellen die deel uitmaken van de aangeboren afweer) en doet onderzoek naar poeptransplantaties – waarvan onlangs de eerste, hoopvolle uitkomsten werden gepubliceerd.

Covid

Een ander obstakel vormt het grote risico dat patiënten met een bloedziekte of transplantatiepatiënten lopen wanneer zij geïnfecteerd raken met bacteriën, schimmels of bijvoorbeeld het coronavirus. Deze patiënten hebben een slechte afweer en Hazenberg maakt zich hard voor hen. Zo kreeg ze in 2020 van ZonMW financiering om een studie op te zetten naar de werkzaamheid van covid-vaccins in patiënten met een bloedziekte en een slechte afweer. “Met een kernteam schreven we binnen 6 dagen een projectvoorstel. Twee maanden later hadden we 723 patiënten verdeeld over 4 universitaire centra geïncludeerd in onze COBRA KAI studie, en kregen al deze patiënten binnen twee maanden hun eerste vaccinatie”, aldus Hazenberg.
Inmiddels is overtuigend aangetoond dat patiënten met een slechte afweer een extra vaccinatie moeten krijgen. Een groot deel van deze patiënten bouwt goede afweer op. Maar een deel van de patiënten kan zich niet goed tegen covid beschermen, waaronder transplantatiepatiënten. Hazenberg en haar groep dragen met hun onderzoek bij aan het covid-19-beleid voor deze patiëntgroepen, inclusief vaccinatiebeleid. 

Leren van transplantaties

Een stamceltransplantatietraject is intensief en niet zonder risico’s. “Het allermooiste zou natuurlijk zijn als we nooit meer hoeven te transplanteren. Dan wordt een groot deel van de patiënten een chronische patiënt. Een deel van de patiënten overlijdt namelijk aan de complicaties van een stamceltransplantatie. Ze betalen een hoge prijs. Ik hoop op een dag een minder ‘brute’ behandeling te ontwikkelen dan de huidige stamceltransplantaties”, zegt Hazenberg. Hazenberg richt haar pijlen op B-lymfocyten en de antistoffen die deze produceren. Onderzoek van haar en haar mede-onderzoekers heeft aangetoond dat deze B-lymfocyten antistoffen maken die leukemiecellen herkennen en doden. “Mogelijk kunnen we in de toekomst stamceltransplantatie als therapie voor acute leukemie vervangen door antistoftherapie, dat is mijn streven.”

Kijk de oratie van Mette hier terug.

Foto: Marlou Pulles