Als hoofd van het Orbitacentrum staat Peerooz Saeed in een klinkende traditie. De multidisciplinaire aanpak van oogkasproblemen verschafte het centrum wereldfaam. Begin dit jaar kreeg hij de hoogleraarstoga Orbitachirurgie omgehangen. “In de oogheelkunde vond ik alles meteen leuk. Alles.”

“Het komt door Leo Koorneef, het toenmalige hoofd van het Orbitacentrum. Die zei letterlijk tegen me: neurochirurgie is niks voor jou, je moet bij de oogheelkunde zijn.” Op z’n achttiende verruilde Peerooz Saeed het droge, zonnige Iran voor het vochtige Nederland. Na zijn geneeskundestudie liet hij zich aanvankelijk scholen in de neurochirurgie. Tot hij betrokken raakt bij wetenschappelijk onderzoek in het Orbitacentrum, toen al een internationaal brandpunt van de oogkaschirurgie.

De even briljante als onmogelijke Leo Koornneef, in wiens voetsporen hij later zou treden, betoverde hem. Voor Saeed het wist, maakte hij een overstap waarvan hij geen seconde spijt zou krijgen. In z’n werkkamer vertelt hij er honderduit over. Goedlachs, uitbundig. De nieuwe hoogleraar in zes stellingen.

Ik ben een Amsterdammer

“Dat was een van de stellingen in mijn proefschrift. Amsterdam is mijn tweede thuis, het werd mijn toevluchtsoord toen ik naar Nederland kwam. Weet je dat hier meer nationaliteiten bij elkaar wonen dan in New York? Dat het beeld van Spinoza in deze stad zo’n prominente plaats heeft, op een steenworp van het stadhuis, zegt genoeg. Een Portugese Jood, die door zijn eigen joodse gemeenschap was verstoten! Multiculturaliteit is een wezenskenmerk van de stad. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we hier altijd even aardig met elkaar omgaan.”

Goede oogkaszorg is multidisciplinair

“Het Orbitacentrum heeft twee bijzondere expertises: de oogziekte van Graves (ontstekingen van het weefsel achter en rond de ogen, waardoor ze kunnen uitpuilen, red.)  en tumoren van de oogkas. Vooral bij Graves staan we in een respectabele traditie, vanwege de samenwerking die Koornneef had opgebouwd met de afdeling Endocrinologie.”

“In het Orbitacentrum werken we samen met endocrinologen, KNO-artsen, neurochirurgen, radiologen, hoofd-halsoncologen, noem maar op. Wekelijks hebben we een multidisciplinair Graves-spreekuur, een zogeheten diagnostische straat (de ziekte . Op één dag krijgt de patiënt alle onderzoeken en consulten, en aan het eind van de dag rolt er een behandelplan uit. Voor tumoren van de oogkas is er ook zo’n multidisciplinair spreekuur, waar we landelijk en internationaal verwijzingen voor krijgen. Op die spreekuren zijn we echt trots.”

Fellowchirurgen houden je scherp  

“We leiden hier twee fellows per jaar op en ik vind het enorm belangrijk om dat te blijven doen. Een fellow is een specialist van een buitenlands ziekenhuis, die zich hier verder komt verdiepen in een subspecialisatie. Ik heb fellows gehad uit alle windstreken, van Canada tot Singapore. Heel leuk om te doen en ik leer veel van ze. Omdat ze vragen stellen: waarom doe je dat precies en waarom zó? Je wordt gedwongen je daarop te bezinnen, en soms ontkom je er dan niet aan om dingen aan te passen.”

Goed kunnen koken suggereert chirurgisch talent

“Omdat ik zelf graag kook, spreek ik met alle fellows af dat ze mij aan het eind van hun leerperiode één of twee gerechten uit hun land leren maken. Inmiddels heb ik vijf of zes Singaporese curry’s onder de knie. Elk gerecht is een stukje cultuur dat je zomaar op je bord krijgt, dat fascineert me. Het geeft informatie over de gebruiken, de ligging van een land. En kunnen koken is een pre voor wie een goede chirurg wil worden. Het betekent dat je creatief kunt omgaan met wat je ter beschikking staat, en snel weet te improviseren bij tegenvallers.”  

De fusie maakt ons sterker

“Bij ons heeft de fusie gezorgd voor een aantal nieuwe samenwerkingen, met hoofd-halsoncologen bijvoorbeeld. Voor de expertise is dat een regelrechte verrijking.  Maar op dit moment zitten we nog in een overgangsfase, die alles een beetje onrustig maakt. Neem onze spreekuren. Die houden we op locatie AMC, terwijl je voor operaties met narcose op locatie VUmc moet zijn. Uiteindelijk moet het meeste op één locatie komen. Dat zal de rust vast terugbrengen.”

Patiëntenzorg is denken met je hart

“Leo Koorneef schreef: ‘Alles wat ik met mijn hart besloten heb over patiënten was een goede beslissing. Alles wat ik met mijn verstand besliste, was soms goed en soms niet.’ In de academische patiëntenzorg moet je evidence-based werken, absoluut. Maar gut feeling is net zo onmisbaar. Bij huisartsgeneeskunde leren studenten over het pluis- en niet-pluisgevoel, daar heeft het mee te maken. Gut feeling is meer dan de som van kennis en ervaring. In mijn beleving zit er óók altijd iets in dat zich niet rationeel laat verklaren.”

Tekst: Simon Knepper
Foto's: Martijn Gijsbertsen