De meest voorkomende mentale klacht onder atleten en coaches is angst (respectievelijk 73% en 41%). Ook komt ongunstig alcoholgebruik dat de sportprestaties negatief kan beïnvloeden vaak voor (52% en 53%). Bij atleten bestaat bovendien een verband tussen hun psychische klachten enerzijds en levensgebeurtenissen en/of ernstige blessures anderzijds.
Vergelijkbaar met niet-atleten
Buitengewoon Hoogleraar sportgeneeskunde Vincent Gouttebarge: “Deze resultaten zijn vergelijkbaar met de mentale gezondheid van niet-atleten en komen overeen met vergelijkbare studies onder topsporters wereldwijd. Het gaat om hoge percentages, maar het betreft zelf-gerapporteerde klachten en geen ernstige gediagnostiseerde psychische aandoeningen. Desondanks zouden sportartsen en andere begeleiders meer aandacht moeten besteden aan het psychisch welzijn van topsporters. Zo kunnen we mentale problemen bij atleten vroegtijdig identificeren en dus tijdig de juiste ondersteuning bieden."
Verband tussen ernstige blessures en angst
156 atleten en 95 coaches vulden anoniem gevalideerde vragenlijsten in over psychische klachten. Daarbij werd ook gevraagd naar factoren die de mentale gesteldheid van een sporter zouden kunnen beïnvloeden, zoals blessures of operaties, prestatieproblemen of nadelige levensgebeurtenissen. Onder topsporters bleek een significant verband te bestaan tussen recente levensgebeurtenissen en angst, depressie, slaapproblemen, ongunstig alcoholgebruik en eetproblemen. Ook vonden de onderzoekers bij atleten een significant verband tussen ernstige blessures en angst en slaapproblemen. Bij coaches vonden ze deze relaties niet.
Vooraf screenen
Om eventuele mentale problematiek bij sporters tijdig te signaleren, adviseren de onderzoekers dat sportartsen voorafgaand aan een sportseizoen gebruik maken van Sport Mental Health Assessment Tool 1 van het Internationaal Olympisch Comité (IOC). “Dit is een instrument om topsporters op psychische klachten te screenen. Daarmee kunnen sporters die risico lopen op psychische klachten of daar al last van hebben, in een vroeg stadium worden geïdentificeerd. En dan kunnen de sportartsen hen adequaat ondersteunen, behandelen en/of doorverwijzen.”
Foto: Shutterstock