Ratten worden al heel lang gebruikt als proefdieren om obesitas te bestuderen. Vroeger probeerden we deze dieren gewoon heel veel calorierijke brokken te geven om ze overgewicht te bezorgen. In eerste instantie aten ze dan ongeveer 20 procent meer en werden ze iets dikker. Maar na een tijdje verloren ze hun interesse voor voedsel, in tegenstelling tot mensen met obesitas, die blijven eten.”
“Daarom besloten we ratten meer gevarieerd voedsel aan te bieden. Niet alleen brokken en water, maar ook ongezond vet in de vorm van ossewit (gefilterd rundvet, red.) en ook suikerwater. Toen bleven de ratten opeens eten. Ze gingen de hele dag door ‘snacken’. Soms onderbraken ze zelfs hun slaap om suikerwater te drinken.”
Extreem hongerig
“Ook in hun hersenen zag ik veranderingen. In hun brein zaten volop eiwitten die hongergevoelens aanwakkeren. Sterker nog: ratten die een hele week suiker en vet eten, produceren evenveel van deze eiwitten als soortgenoten die een dag niets eten. Door vet en suiker raken de hersenen van ratten dus niet verzadigd, hun hersenen worden juist extreem hongerig.”
“Toen ik dat zag, stelde ik Mireille voor om te onderzoeken of er in de hersenen van snackende mensen iets soortgelijks gebeurt. Ik schrok een beetje van de resultaten die ik zag bij ratten. Ze werden zó zwaar. Als ik weer eens zo’n rat in mijn handen had, realiseerde ik me des te meer dat ik zelf ook op moet letten met eten. Dan denk ik: toch maar geen pizza vanavond, ik ga voor groente.”
Tekst: Dennis Rijnvis