Overzicht van de promoties en oraties van Amsterdam UMC. Vanwege de situatie rondom het coronavirus verdedigen promovendi hun onderzoek nu digitaal.

Woensdag 22 april 2020
Promotie (VU), online 11.45 uur
Inge Spronk: Nieuw model voor gepersonaliseerde nazorg bij brandwonden

Vrouwen herstellen na een brandwondongeval langzamer en ervaren een lagere kwaliteit van leven. Dit geldt ook voor mensen met psychische klachten en de mensen met de meest ernstige brandwonden. Om de nazorg voor individuele brandwondpatiënten verder te verbeteren, heeft Inge Spronk een model ontwikkeld dat een gepersonaliseerde schatting maakt van het herstel van de kwaliteit van leven van een specifieke patiënt. Dit model is gebaseerd op data van tien verschillende Europese studies en biedt een handvat aan zowel de patiënt als zorgverlener om herstel te verbeteren.
Op basis van leeftijd, geslacht, percentage brandwonden en de opnameduur schat het model tot 24 maanden het verwachte herstel van kwaliteit van leven van een patiënt. Deze gepersonaliseerde informatie biedt toekomstperspectief aan de patiënt en biedt de zorgverlener ondersteuning om in de gaten te houden of de patiënt volgens verwachting herstelt. De brandwondencentra willen het model in de nazorgportaal plaatsen, een eHealth toepassing speciaal voor brandwondenpatiënten. Hierin wordt relevante informatie op een begrijpelijke manier uitgelegd en patiënten krijgen hulp bij het maken van keuzes.
Daarnaast laat het onderzoek zien dat angst, depressie en pijn nog relatief vaak voorkomen 5-7 jaar na brandwonden. Screening hierop is daarom noodzakelijk. Iedere patiënt is uniek en gepersonaliseerde nazorg is zeer belangrijk.
Link naar proefschrift

Vrijdag 24 april 2020
Promotie (UvA), online 10.00 u
Violette Vrijman: Brilvrij met implantatielens na laserbehandeling
Vrijman beschrijft de resultaten over het gebruik van de multifocale intra-oculaire lens (IOL) implantatie bij patiënten die laser-chirurgie hebben ondergaan voor bijziendheid of verziendheid. Vrijman keek naar het effect op de gezichtsscherpte en de refractie (bijziend of verziend) van het oog.
Zij vond goede resultaten op het gebied van visus (scherpte) en refractie. Patiënten die voor de laseringreep sterk bijziend waren (6 of meer) lieten een minder voorspelbare uitkomst zien na implantatie van de lens. Van de verschillende formules die sterkte berekenen bij patiënten die gelaserd zijn voor bijziendheid, liet een bepaalde formule de laagste nauwkeurigheid zien. Als er geen gegevens bekend zijn van voor de laser behandeling, blijkt weer een andere formule het meest accuraat. Bij patiënten die gelaserd waren voor verziendheid vonden we een minder nauwkeurige berekening bij een bepaalde formule.
Oogartsen kunnen overwegen een multifocale IOL aan te bieden aan patiënten die de wens hebben brilonafhankelijk te zijn en die in het verleden gelaserd zijn. Om voor deze patiënten de juiste sterkte te kiezen kan gebruik gemaakt worden van de online calculator van de American Society of Cataract and Refractive Surgery waarbij de meest accurate formule(s) gebruikt kunnen worden voor de keuze van de sterkte.  

Vrijdag 24 april 2020
Promotie (UvA), online 12.00 u
Niels Waterval: Betere revalidatie bij kuitspierzwakte
Mensen met kuitspierzwakte als gevolg van een spierziekte kunnen minder goed lopen. Zij krijgen vaak een enkel-voet orthese, een soort brace, om zo beter te lopen. Niels Waterval onderzocht wat het effect is van de stijfheid van zo’n ‘orthese’ op het looppatroon en de behandeling van deze patiënten. Hij vond dat wanneer de stijfheid van de brace wordt geoptimaliseerd, in veel gevallen kon de orthese juist stijver, dat een betere uitkomst geeft bij de behandeling van de kuitspierzwakte. Het verlaagde bijvoorbeeld het energieverbruik tijdens het lopen, verbeterde de loopsnelheid en patiënten ervaarden minder vermoeidheid.

Vrijdag 24 april

Promotie (UvA), online 13.00 u
Ellie Karampini: Eiwituitwisseling binnen cellen

Karampini onderzoekt de mechanismen van eiwituitwisseling binnen de cel en hoe dit bijdraagt aan de vorming en rijping van lysosoomgerelateerde organellen (LRO's) zoals Weibel-Palade-lichamen in endotheelcellen en alfa- en dichte korrels in bloedplaatjes.
Ze gebruikt CRISPR/Cas9-engineered blood outgrowth endothelial cells (BOECs) en BOECs geïsoleerd van patiënten met verschillende aandoeningen als modelsystemen om de complexe route van eiwitafgifte naar subcellulaire organellen te bestuderen. Ik gebruik deze BOECs ook om geïnduceerde Pluripotente Stamcellen te genereren die we kunnen onderscheiden van andere celtypes bijvoorbeeld om deze processen te bestuderen in de context van alfa- en dichte korrelvorming.

Donderdag 23 april 2020
Promotie (VU), online 13.45 uur
Harm-Jan de Grooth: Klinisch onderzoek op IC is ingewikkeld
Het doen van klinisch onderzoek bij intensive care patiënten is ingewikkeld. De afgelopen decennia zijn er duizenden studies gedaan naar betere behandelingen van patiënten met sepsis of acuut longfalen. Dit zijn twee kenmerkende aandoeningen bij patiënten op de IC. Slechts een enkel resultaat van al deze studies leidde tot een breed geaccepteerde verandering in de praktijk. Het ging daarbij om longbeschermende beademingstechnieken. Kunstmatige beademing door een machine zorgde eerder voor extra schade aan de longen. Sinds het begin van deze eeuw weten we dat het beter is om vochtiger te beademen.
De Grooth deed onderzoek naar de oorzaken van deze lage opbrengst van klinisch IC-onderzoek. Patiënten op de IC hebben meestal meerdere levensbedreigende problemen en worden met veel verschillende medicijnen en apparaten tegelijk behandeld. De situatie van IC patiënten is kortom complex. Met statistische modellen laat De Grooth zien dat het voor veel IC-patiënten vrijwel onmogelijk is om het effect van een enkele interventie op overleving aan te tonen.
De Grooth doet aanbevelingen over het efficiënter opzetten van klinische studies. Maar tegelijkertijd concludeert hij dat de verwachtingen rond nieuwe medicijnen of interventies moeten worden bijgesteld. Hoewel onderzoek belangrijk blijft, zullen onderzoekers, zorgverleners en subsidieverstrekkers moeten rekenen met veel bescheidener effecten van experimentele behandelingen bij IC-patiënten.