Elke dag wordt in Nederland een kind geboren met een metabole ziekte die vaak te laat of niet wordt ontdekt. Onder leiding van Amsterdam UMC streeft het United for Metabolic Diseases-consortium naar vroege opsporing, betere behandeling, zorg op maat en preventie van deze slopende ziekten. Door vooruitgang in onderzoek en behandeling kunnen er inmiddels grote stappen worden gezet voor patiënten met een metabole ziekte.

Metabole ziekten zijn een groep van ruim 1.500 aangeboren aandoeningen waarbij de chemische processen in de cel niet goed werken door een foutje in het DNA. Soms breekt het lichaam schadelijke stoffen niet af, waardoor orgaanschade ontstaat. Bij andere ziekten maakt het lichaam onvoldoende energie aan voor vitale organen, zoals de hersenen.

Samenwerking met patiëntenorganisaties

In Nederland zijn metabole ziekten de dodelijkste ziekten onder kinderen. Een op de vier wordt niet ouder dan 18 jaar, de anderen hebben vaak verstandelijke en lichamelijke beperkingen. De verscheidenheid aan ziektebeelden is groot, net als de versnippering van onderzoek en behandeling. Dat bracht Clara van Karnebeek, kinderarts-geneticus metabole ziekten en hoogleraar bij het Emma Center for Personalized Medicine, en Hans Waterham, hoogleraar Functionele genetica van metabole ziekten, er zes jaar geleden toe om het United for Metabolic Diseases (UMD)-consortium op te richten. Deze samenwerking tussen de zes academische metabole centra en de patiëntenorganisaties richt zich op betere diagnose en behandeling én op meer financiering voor onderzoek. “Dankzij de vooruitgang die we hebben geboekt op het terrein van onderzoek en behandeling, kunnen we nu grote stappen zetten”, zegt Waterham.

Herkennen van symptomen

Belangrijk daarin is het onderzoek naar vroege opsporing, zegt Van Karnebeek: “Negentien metabole ziekten worden inmiddels opgespoord via de hielprik. Dat aantal groeit, mede dankzij onderzoek van Amsterdam UMC. Toch missen we hiermee de meer dan 250 andere metabole aandoeningen die ook behandelbaar zijn met een dieet, vitaminen of medicijnen. Daarom zijn we het project On Time gestart, waarin we samenwerken met huisartsen en consultatiebureaus voor het herkennen van symptomen, zoals groei- en ontwikkelingsachterstand.”

Kunstmatige intelligentie

Van Karnebeek vervolgt: “In het verlengde hiervan onderzoeken we in de ZOEMBA-studie of artsen sneller zeldzame ziektebeelden kunnen herkennen door middel van big data en kunstmatige intelligentie, AI. In een ander verlengde onderzoeken we of behandeladviezen kunnen worden meegenomen in de uitslagen van DNA-onderzoek. Dit is een belangrijke ontwikkeling, aangezien veel metabole ziekten niet direct als zodanig herkend worden, maar wel genetisch vastgesteld kunnen worden.”
Onderzoeken als deze, zegt Waterham, waren voorheen beperkt mogelijk door onvoldoende financiering: “Mede hierom heeft het UMD zogenaamde Catalyst Grants in het leven geroepen. Met kleine, snel beschikbare subsidies van 15.000 tot 20.000 euro stimuleren we de expertisecentra om gezamenlijk onderzoek te doen en gebruik te maken van elkaars kennis en data.”

Dieet

Onderzoeken naar medicijnen en aanpassingen in het dieet zijn momenteel het meest haalbaar, vertelt Van Karnebeek: “Bepaalde metabole ziekten, vooral ziekten die de hersenen aantasten, kunnen we effectief behandelen met een dieet. Zo hebben we een dieet ontwikkeld voor patiënten met pyridoxine-afhankelijke epilepsie. Voor deze behandeling hebben we met het UMD internationale richtlijnen opgesteld en een app ontwikkeld voor gezinnen.

Hans Waterman: "In het lab testen we medicijnen eerst op zogenoemde mini-orgaantjes, gekweekt uit stamcellen van patiënten".
Hans Waterman: "In het lab testen we medicijnen eerst op zogenoemde mini-orgaantjes, gekweekt uit stamcellen van patiënten".

Mini-orgaantjes

Op het gebied van medicijnonderzoek is potentieel grote winst te behalen met zogenoemde drug repurposing, waarbij bestaande medicijnen worden getest op werking bij metabole ziekten, aldus Waterham. “In het lab testen we medicijnen eerst op zogenoemde mini-orgaantjes, gekweekt uit stamcellen van patiënten. Omdat het vaak om geregistreerde medicijnen gaat, kunnen deze in principe sneller beschikbaar komen voor patiënten. Als ze effectief blijken in het lab, testen we deze medicijnen in zogenoemde N of 1-trials, waarbij een enkele patiënt als eigen controle fungeert.” Van Karnebeek vult aan: “Dankzij zo’n trial zagen we recent sterke verbetering bij een 13-jarig meisje met een metabole ziekte die levensbedreigende alvleesklierontstekingen veroorzaakte, ondanks een streng dieet. Op basis hiervan kunnen we nu kinderen met deze metabole ziekte beter behandelen en hen vooruitzicht bieden op een stabieler en normaler leven.”
Door de vooruitgang in diagnostiek en behandeling overlijden minder kinderen en bereiken steeds meer patiënten de volwassen leeftijd. Van Karnebeek: “Onze collega’s hier in Amsterdam UMC zijn wereldwijd toonaangevend in de zorg voor en het onderzoek naar de groeiende groep volwassen patiënten met metabole ziekten.”

Bewustzijn

“Nu samenwerking binnen UMD vruchten heeft afgeworpen”, vervolgt Van Karnebeek, “gaan we ons meer richten op de implementatie van effectieve behandelingen. Over tien jaar willen we de helft van de patiënten met een metabole ziekte kunnen behandelen, en meer ziekten aan de hielprik hebben toegevoegd. Ons doel is dat het publiek net zo bekend wordt met metabole ziekten als met bijvoorbeeld kanker. Dit zal bijdragen aan meer bewustzijn en betere financiering voor onderzoek en behandeling.”

Het Glazen Huis

Van 18 tot en met 24 december 2024 komt 3FM Serious Request in actie voor Metakids met uitzendingen vanuit het Glazen Huis in Zwolle. Met de actie willen ze meer bekendheid geven aan metabole ziekten en geld inzamelen voor onderzoek, waaronder het onderzoek dat in Amsterdam UMC wordt gedaan.

Dit ingekorte bericht maakt deel uit van een dossier over metabole ziekten in nummer 4 van Janus, wetenschapsmagazine van Amsterdam UMC. Lees eerdere edities van wetenschapsmagazine Janus.

Tekst: Caroline Wellink
Foto’s: Marieke de Lorijn