Dankzij maatregelen zoals zonnepanelen en warmte- en koudeopslag wordt het nieuwe Research & Diagnostiek Centrum ADORE (RDC ADORE) van Amsterdam UMC een duurzaam gebouw. Het pand heeft een ‘flexibel’ ontwerp en biedt straks ruimte aan laboratoria op het gebied van kanker, neurologie, genetica en pathologie. Op 8 maart is begonnen met de bouw.

RDC ADORE is het eerste gebouw van Amsterdam UMC dat een warmte- en koudeopslag krijgt. Projectleider Marianne van der Bent: “Warmte Koude Opslag (WKO) is een duurzame methode om energie in de vorm van warmte of koude op te slaan in de bodem. De techniek wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen en/of te koelen. Het dak van het nieuwe gebouw dient als waterbuffer om regenwater na een flinke bui op te vangen en geleidelijk af te voeren naar het riool om te voorkomen dat riolen overstromen. Tevens komt het dak vol te liggen met zonnepanelen. Mede dankzij deze maatregelen is dit gebouw 25 procent duurzamer dan momenteel vereist volgens de nieuwste BENG ( bijna energieneutraal gebouw) -eisen. Dat zijn eisen van de overheid die sinds 2021 gelden voor alle nieuwbouw.

ADORE-concept

Het gebouw RDC ADORE maakt onderdeel uit van het ADORE-concept. ADORE staat voor Amsterdam Oncology and Neuroscience Research. Binnen dit concept gaan onderzoekers van de verwante onderzoekdisciplines oncologie en neurologie samenwerken en worden voorzieningen gedeeld. Het doel is om samen over grenzen van aandoeningen, rollen en specialismen heen te kijken en zo nieuwe behandelingen tegen kanker en hersenziekten te ontwikkelen.

Flexibel ontwerp

Het ontwerp van het gebouw is zeer flexibel. Van der Bent: “Flexibel wil zeggen dat de ruimtes eenvoudig aangepast kunnen worden aan de behoefte van de gebruikers, zonder dat er iets hoeft te veranderen aan de plafonds, de vloeren, verlichting, ventilatie en andere (lab)voorzieningen. Je hoeft dus niet te gaan slopen bij een wijziging in gebruik. Voor de laboratoria geldt dat de binnenwanden relatief eenvoudig kunnen worden verplaatst, de voorzieningen overal beschikbaar zijn en de laboratoriuminrichting gemakkelijk verplaatsbaar en herbruikbaar is. Belangrijk omdat we zuinig willen zijn op het gebruik van materialen en uiteindelijk dus op onze planeet.”