Onderzoek van Amsterdam UMC wijst uit: stemmingsstoornissen bij patiënten met hersentumoren hebben te maken met de locatie van de tumor. “De tumor zit soms diep in de hersenen, op de plek waar het gevoelsleven zit. Dit verklaart waarom depressieve gevoelens vaker voorkomen bij mensen met een hersentumor”, aldus Philip de Witt Hamer, neurochirurg bij Amsterdam UMC Cancer Center Amsterdam. De resultaten van het onderzoek, vandaag gepubliceerd in Nature Mental Health, geven patiënten, naasten en zorgverleners belangrijk inzicht over de oorzaak van stemmingsstoornissen bij mensen met een hersentumor.

Bekende verschijnselen bij patiënten met een hersentumor zijn spierzwakte en taalstoornissen. Daarnaast ervaren zij vaker depressieve gevoelens dan patiënten met andere tumoren. “Opvallend genoeg zijn er ook mensen met een hersentumor bij wie juist gevoelens ontbreken die je zou verwachten”, vertelt neurochirurg Philip de Witt Hamer. Hij en mede-onderzoekers Maisa van Genderen en Vera Belgers wilden weten hoe het komt dat deze uiteenlopende stemmingsstoornissen vaker voorkomen bij patiënten met een tumor in de hersenen.

Zoogdierenbrein

De onderzoekers zagen dat wanneer gliomen (hersentumoren) in het limbische deel van de hersenen zitten, ook wel het zoogdierenbrein genoemd, dit gepaard gaat met stoornissen van gevoel. Dit kan verklaren waarom bij mensen met een hersentumor regelmatig sprake is van depressieve gevoelens of juist onverschilligheid. “We vermoeden dat de aanwezigheid van de tumor op deze plek direct het gevoelsleven beïnvloedt, waardoor depressieve gevoelens ontstaan of juist gevoelens ontbreken.” De Witt Hamer vervolgt: “De invloed op emoties werkt bij een groeiende hersentumor waarschijnlijk anders dan bij andere hersenaandoeningen zoals een herseninfarct."

Patiënten beter informeren

Het gevonden inzicht kan van belang zijn voor patiëntvoorlichting en bij neurochirurgische beslissingen. “We ontmoeten patiënten met uiteenlopende emoties rondom de diagnose en behandeling van een hersentumor. Door uit te leggen dat de tumor hier de oorzaak van kan zijn, kunnen partners, vrienden en familie hier beter over praten. ‘Het is de tumor die je zo doet voelen, waardoor je je anders gedraagt.’ Dat geeft al verlichting. Misschien dat voorlichting patiënten en hun naasten helpt om hier beter met elkaar mee om te gaan”, meent De Witt Hamer. Door dit inzicht zal de chirurg bovendien beter weten welke delen van de tumor wel of niet weg te halen. “Het is niet de bedoeling van de operatie om meer tumor te verwijderen ten koste van stemmingsstoornissen”, aldus De Witt Hamer. “Bovendien helpt deze kennis de chirurg ook om de patiënt beter te begrijpen en daardoor beter te begeleiden.”

Verder onderzoek is nodig om oorzakelijke verbanden te bevestigen en om te begrijpen hoe gliomen hersenregio’s beïnvloeden.

Lees het wetenschappelijke artikel over de studie in Nature Mental Health

Foto: Adobe stock