“De (top)sporter als patiënt is anders dan de ‘normale patiënt’. De normale patiënt - en nu overdrijf ik graag heel erg, de nuance volgt later in mijn oratie, dat kunt u zijn, dat ben ik, dat zijn wij - doet er ogenschijnlijk veel aan om niet beter, maar slechter te worden”, zegt Hans Tol in zijn oratie. “Dat is met name niet bewegen: vijf minuten wachten op de lift in plaats van even de trap nemen, met de auto naar de sportschool en massaal elektrische fietsen kopen. Het gedrag waar we eigenlijk slechter van worden, vinden we met zijn allen min of meer al lang normaal.”
Reis naar de dood
Als je hier heel klinisch naar kijkt, dan is ons westerse leven volgens Tol - heel kort door de bocht - een reis naar de dood, waarin we zoveel mogelijk risicofactoren verzamelen voor het verkrijgen van (chronische) aandoeningen, zoals diabetes en hartfalen. Meer en verantwoord bewegen is voor iedereen belangrijk. Maar de samenleving is er niet goed op ingericht. Voor de topsporter is dagelijks bewegen zijn werk; hij is hierin dus anders dan de ‘gewone' mens. Voor hem brengt ‘bewegen’ andere risico’s met zich mee, namelijk sportblessures.
Als sportarts houdt Tol zich bezig met diagnostiek, behandeling en preventie van sportblessures. De sportmedici van Amsterdam UMC werken samen in het ACHSS, The Amsterdam Collaboration on Health & Safety in Sport. Deze afdeling kreeg Olympische erkenning met een IOC-accreditatie. Niet voor niets, want wereldwijd is Amsterdam UMC expert op het gebied van sportgeneeskunde, onder andere op het gebied van hamstringblessures: de meest voorkomende blessures bij sporters.
Voortaan afdeling Orthopedie en Sportgeneeskunde
Volgens Tol heeft de sportgeneeskunde zich in Amsterdam UMC kunnen ontwikkelen binnen de afdeling Orthopedie. Door de goede samenwerking met de orthopedisch chirurgen zijn twee belangrijke pijlers van de sportgeneeskunde naar een hoger niveau gebracht: de behandeling van musculoskeletale blessures en de begeleiding van topsportteams. “Deze synergie is zo sterk, dat we vanaf nu verder gaan als afdeling Orthopedie en Sportgeneeskunde”, aldus Tol.
Foto: Dirk Gillissen