Patiënten met uitgezaaide darmkanker naar de lever krijgen standaard een CT-scan. Hiermee wordt bepaald of genezing door een leveroperatie en/of ablatie mogelijk is. Soms wordt er ook een MRI-scan gemaakt, maar dat verschilt per ziekenhuis zo bleek uit de Nederlandse kwaliteitsregistratie van leveroperaties en -ablaties (DHBA). Hoogleraar Radiologie Jaap Stoker (Amsterdam UMC, Cancer Center Amsterdam) en hoogleraren Chirurgie Marc Besselink (Amsterdam UMC, Cancer Center Amsterdam) en Kees Verhoef (Erasmus MC) wilden weten of het zinvol is hier een landelijk beleid voor te maken. “Het was al langer bekend dat een MRI-scan kleine uitzaaiingen vaker aantoont dan een CT-scan. Omdat grootschalig onderzoek ontbrak, was het tot nu toe onduidelijk of zo’n MRI-scan routinematig gemaakt moest worden”, zegt Verhoef. Een CT-scanner maakt gebruik van röntgenstraling en een MRI-scanner van radiogolven en een sterk magnetisch veld.
Aanvullende MRI-scan
Uit het onderzoek bleek dat sommige patiënten na beoordeling van een aanvullende MRI-scan juist meer behandeling nodig hadden, anderen juist minder. Ook was bij een deel van de patiënten de operatie of ablatie niet meer mogelijk of nodig. Dit kwam doordat er onbehandelbare uitzaaiingen bleken te zijn of doordat de afwijkingen goedaardig bleken. “Wij bevelen daarom voor al deze patiënten een MRI-scan aan naast de CT-scan”, aldus Besselink. “Hierdoor kunnen chirurgen en (interventie-)radiologen samen met patiënten een beter en nauwkeuriger behandelplan opstellen."
Behandelplan aanpassen
In de CAMINO-studie keken de onderzoekers bij 298 patiënten naar de meerwaarde van MRI. De behandelteams in de 14 ziekenhuizen ontdekten dat het behandelplan bij een derde van de patiënten wijzigde nadat de MRI-beelden waren geanalyseerd. Een panel van deskundigen bekeek nogmaals alle geanonimiseerde scans en behandelplannen van de 298 patiënten en bevestigde de bevindingen: een derde van de patiënten kreeg een nauwkeuriger behandelplan na de MRI-scan.
Lees de wetenschappelijke publicatie in Lancet Oncology.
De 11 Nederlandse ziekenhuizen die deelnamen aan het onderzoek waren: Amsterdam UMC; Erasmus MC Rotterdam; Albert Schweitzer ziekenhuis; Dordrecht, Jeroen Bosch ziekenhuis, ’s-Hertogenbosch; Leiden Universitair Medisch Centrum; Medisch Spectrum Twente, Enschede; Amphia ziekenhuis, Breda; Nederlands Kanker Instituut/Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis, Amsterdam; Máxima Medisch Centrum, Veldhoven; OLVG, Amsterdam; IJsselland ziekenbuis, Capelle aan den IJssel.
De studie kwam tot stand met steun van KWF Kankerbestrijding en Bayer AG-Pharmaceuticals.
Fotografie: Amsterdam UMC