Een nieuw systeem waarbij twee medische apparaatjes, een inwendige defibrillator en een pacemaker, draadloos met elkaar communiceren om puls-therapie te geven aan patiënten met ernstige hartritmestoornissen, laat zeer goede resultaten zien. Dat blijkt uit internationaal onderzoek onder leiding van Reinoud Knops, cardioloog bij Amsterdam UMC. Het systeem is veilig en werkt nog beter dan verwacht. De deur staat nu open om dit innovatieve systeem voor veel meer patiënten toegankelijk te maken.

Bij patiënten met ernstige hartritmestoornissen kan een inwendige defibrillator (ICD) elektrische schokken geven om het normale hartritme te herstellen. Deze schokken kunnen pijnlijk zijn. Als pijnloos alternatief is het mogelijk om een aantal pulsjes snel achter elkaar te geven via een draad in het hart. De draad brengt echter het risico op complicaties met zich mee, omdat deze kan losraken of geïnfecteerd kan worden. Om deze risico’s te verminderen, werd een studie naar een nieuw draadloos systeem gestart, onder leiding van cardioloog Reinoud Knops. Hierbij maakt een combinatie van een ICD en een pacemaker deze puls-therapie mogelijk voor patiënten met hartritmestoornissen.

Draadloos

In 2021 implanteerde cardioloog Reinoud Knops binnen Amsterdam UMC als eerste in Europa een draadloze pacemaker die draadloos communiceert met een onderhuidse ICD bij een patiënt. Knops: “Als de ICD een hartritmestoornis opmerkt, stuurt deze draadloos een signaal naar de pacemaker om de pulsjes af te geven. Als de ritmestoornis blijft bestaan, geeft de ICD alsnog een schok.”
Deze implantatie was de start van de wereldwijde ‘Modular ATP study’ die nu is afgerond. Knops: "Het is het eerste systeem waarbij medische hulpmiddelen die afzonderlijk in het lichaam worden geïmplanteerd, met elkaar in contact staan en samenwerken. Deze nieuwe methode, zonder draden in het hart, verkleint de kans op complicaties en vermindert het geven van schokken om het hart weer op het goede ritme te krijgen."

Slagingspercentage bijna 99%

De studie volgde bijna 300 patiënten in 38 ziekenhuizen in Europa en Noord-Amerika. In alle gevallen waarin puls-therapie bij deze patiënten nodig was, was de communicatie tussen ICD en pacemaker succesvol. De resultaten overtroffen de verwachtingen ruimschoots. Knops: “We streefden ernaar dat het systeem in 88% van de pogingen succesvolle draadloze communicatie zou laten zien, maar dit bleek een stuk hoger te zijn, met een slagingspercentage van bijna 99%.” Amsterdam UMC en andere academische partners, waaronder Emory University in Atlanta, Mount Sinai Hospital in New York en de University of Barcelona, werkten samen met Boston Scientific om deze technologie te onderzoeken.

De momenteel behandelde patiënten worden verder gevolgd, en met de uitkomst van deze studie zal goedkeuring aan de autoriteiten worden gevraagd om deze technologie beschikbaar te krijgen voor standaard gebruik. “We hopen dit systeem begin volgend jaar als standaardzorg te kunnen aanbieden”, besluit Knops.

Het onderzoek is vandaag gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.

Foto: Adobe Stock