'Ik ben mijn leesbril vergeten'. 'Ik vul het formulier thuis wel in'. 'Ik heb een lelijk handschrift'. De excuses die Irene Zuidema, vrijwilliger bij het Taalpunt, hoort zijn talrijk.

"Er ging een wereld voor me open toen ik hoorde over de problematiek van laaggeletterdheid. Tijdens het werk denk ik nog steeds geregeld: 'dat had ik echt niet gedacht'. Mensen kunnen het zó goed verbloemen dat ze slecht kunnen lezen en schrijven. De truc is dat zorgverleners de excuses leren herkennen. Dan kunnen ze de communicatie erop aanpassen en de patiënt naar het Taalpunt verwijzen. Een belangrijke taak voor ons team is daarom zorgverleners te doordringen van het feit dat veel mensen moeite hebben met lezen en schrijven."

Drie jaar geleden is Irene - samen met Marianne - als vrijwilliger bij het Taalpunt begonnen. Het Taalpunt werd toen net opgezet. Voor de start heeft ze een opleiding tot taalcoach gevolgd bij de Vrijwilligersacademie. "Bij deze doelgroep is de wijze van benadering erg belangrijk: er heest schaamte. Het gaat namelijk om mensen met Nederlands als moedertaal die niet of slecht kunnen lezen en schrijven. Je moet hun vertrouwen winnen om ze te mogen helpen, maar daarna zijn ze je heel dankbaar. Dat is zo mooi!"

Irene ondersteunt de patiënten met het invullen van formulieren, lezen van patiëntenbrieven en - folders en geeft informatie over taallessen. "Het geeft me veel voldoening als door mij iemand zich opgeeft voor een taalcursus. Laatst kwam een mevrouw trots haar certificaat aan ons laten zien. Ze kwam hier al geregeld voor hulp en is uiteindelijk een cursus gaan doen. Dat ze ons nu niet meer nodig heeft, is een ontzettend mooi resultaat."

Het Taalpunt zit er niet voor niets: 1 op de 7 Nederlanders in Amsterdam is laaggeletterd. Irene: "Door hen te begeleiden, kunnen fouten met bijvoorbeeld medicatiegebruik worden voorkomen. Voor lang niet iedereen is '2 x daags 2 tabletten' duidelijke taal!"

Kijk voor meer informatie op de website van Taalpunt

Tekst: Eva Cornet
Foto: Sake Rijpkema