Tot nu toe kon FTD alleen na het overlijden van een patiënt met zekerheid worden vastgesteld door middel van autopsie, waarbij een specifiek eiwit (TDP-43) in de hersenen werd aangetroffen. Dankzij dit nieuwe onderzoek lijkt het mogelijk om FTD al tijdens het leven met een oogscan op te sporen. Hart de Ruijter legt uit: "Mensen kunnen hierdoor in een vroeg stadium, mogelijk al jaren voordat de eerste symptomen optreden, ontdekken of ze een vorm van dementie hebben. Dit helpt niet alleen patiënten zich beter voor te bereiden op de toekomst, maar het opent ook deuren voor vroegtijdige deelname aan wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe behandelingen en geneesmiddelen voor dementie."
Veranderingen netvlies
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met de Nederlandse Hersenbank en onderzocht de ogen van meer dan 100 overleden personen. Hierbij werd vooral gekeken naar de aanwezigheid van specifieke eiwitten die wijzen op neurodegeneratieve aandoeningen. De bevindingen suggereren dat de veranderingen in het netvlies overeenkomen met die in de hersenen. Dit betekent een belangrijke stap in de diagnose van FTD tijdens het leven.