In opdracht van het Ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ) coördineert het RIVM een Nederlands onderzoeksprogramma naar gezondheidsklachten bij vrouwen met een siliconen borstimplantaat. Aanleiding hiervoor zijn de resultaten uit eerder onderzoek van het RIVM. In 2012 opende Amsterdam UMC de speciale siliconenpoli, waar vrouwen met klachten en zorgen over hun siliconen borstimplantaten terecht kunnen.

Het doel van dit uitgebreide onderzoeksprogramma is om via samenwerking en coördinatie van data meer te weten te komen over hoe vaak en welke klachten voorkomen. Daarnaast kijken onderzoekers of de gezondheidsklachten te maken hebben met het siliconen borstimplantaat. Ook onderzoeken ze of er groepen vrouwen zijn, en zo ja welke, die na het plaatsen van een siliconen borstimplantaat gevoeliger zijn voor het krijgen van gezondheidsklachten dan andere groepen. Naast Amsterdam UMC zijn ook het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, Nivel, Universiteit Maastricht en het Nederlandse borstimplantatenregister betrokken bij dit onderzoek.

Uiteenlopende klachten

Meer dan 200.000 vrouwen in Nederland hebben borstimplantaten. Een aantal van hen heeft - soms ernstige - lichamelijke klachten. De siliconenpoli van Amsterdam UMC (de enige in Nederland) bestaat inmiddels tien jaar. Arts-onderzoekers Karlinde Spit en Siham Azahaf zien dagelijks diverse vrouwen met uiteenlopen klachten. Ze komen uit het hele land, van twintigers tot vrouwen van in de zeventig. Er is veel ongemak, pijn, vermoeidheid, soms hele ernstige klachten. En allemaal hebben ze de vraag: komen mijn lichamelijke klachten door de siliconen implantaten? Spit en Azahaf onderzoeken en ondervragen. De vrouwen krijgen helaas geen definitief uitsluitsel, want er is vooralsnog geen meetmethode die de siliconen als de boosdoener aanwijst of juist uitsluit. Geen zekerheid dus. Vandaar dat verder onderzoek en coördinatie via dit onderzoeksprogramma zo belangrijk is.

Onderzoeksprogramma

Het Nivel (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg), de Universiteit Maastricht, Dutch Breast Implant Registry (DBIR, het Nederlandse borstimplantatenregister), het Antoni van Leeuwenhoek en Amsterdam UMC voeren de onderzoeken uit en werken daarbij nauw samen. Bij de voorbereiding waren experts uit verschillende klinische en wetenschappelijke disciplines en patiëntenverenigingen betrokken. Dit blijft zo gedurende de uitvoering van het onderzoeksprogramma. Het programma bestaat uit drie onderzoeken en duurt vier jaar.

In deze video van het RIVM wordt uitleg gegeven over de verschillende onderzoeken: Onderzoeksprogramma gezondheidsklachten van vrouwen met een siliconen borstimplantaat | RIVM

Amsterdam UMC

Het onderzoek uitgevoerd door Amsterdam UMC startte in 2020, via de al sinds 2012 bestaande siliconenpoli. Daar komen patiënten langs die klachten ervaren van hun siliconen borstimplantaat. Amsterdam UMC verzamelt en onderzoekt gegevens zoals ziektegeschiedenis en klachten van patiënten die in het verleden de polikliniek bezochten. Inmiddels is er al veel data bij elkaar gebracht en vergeleken, waardoor de kennis over patiënten met borstimplantaten die gezondheidsklachten hebben steeds groter wordt.

Nivel, DBIR en Universiteit Maastricht

In 2021 startte het Nivel samen met DBIR en de Universiteit Maastricht eenonderzoek. Zij maken een koppeling van anonieme gegevens van zorgregistraties van zowel huisartsen als van specialisten in ziekenhuizen en klinieken, en het Nederlandse borstimplantatenregister. Daarmee worden klachten van voor en na het plaatsen of verwijderen van een siliconen borstimplantaat vergeleken. Daarnaast kijken de onderzoekers naar risicofactoren voor het krijgen van gezondheidsklachten.

Antoni van Leeuwenhoek

Ook startte in 2021 een onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoek samen met 5 andere ziekenhuizen.Zij onderzoeken gezondheidsklachten bij vrouwen die borstkanker hebben gehad. Een deel van deze vrouwen kreeg een siliconen borstimplantaat, de rest onderging een andere operatie. Met behulp van een vragenlijst worden gezondheidsklachten bij verschillende groepen vrouwen met elkaar vergeleken.