Bij het zoeken naar de oorsprong van schizofrenie hebben onderzoekers een belangrijke stap voorwaarts gezet. In de grootste genetische studie ooit van deze ernstige psychiatrische stoornis brachten zij genen in kaart van meer dan 300.000 mensen met en zonder schizofrenie. Een aanzienlijk deel van de genetische varianten die ze vonden, blijkt betrokken bij signaaloverdracht tussen zenuwcellen. 

Schizofrenie is een ernstige psychiatrische stoornis die begint tussen 16 en 30 jaar. De ziekte treft 1 op de 300 mensen en is deels erfelijk. Onderzoekers brachten de genen van meer dan 300.000 mensen met en zonder schizofrenie in kaart en ontdekten een concentratie van varianten in genen die tot expressie komen in neuronen en synapsen. Een neuron, of zenuwcel, is een speciaal soort cel die gespecialiseerd is in het ontvangen, verwerken en doorgeven van informatie. Een synaps is het punt waarop twee neuronen met elkaar kunnen communiceren.
“Deze studie markeert een belangrijke stap voorwaarts in ons begrip van de oorsprong van schizofrenie. Dankzij de bevindingen kunnen onderzoekers zich in de zoektocht naar nieuwe therapieën concentreren op specifieke hersenprocessen. Amsterdam UMC gaat in een vervolgstudie enkele genen die geassocieerd worden met schizofrenie, onderzoeken in de menselijke zenuwcellen”, aldus professor Matthijs Verhage van Amsterdam UMC, hoogleraar Functional genomics en coördinator van SYNGO consortium. Het onderzoek is gepubliceerd in Nature.  

Signaaloverdracht

Hoewel er grote aantallen genetische varianten betrokken zijn bij schizofrenie, toonde het onderzoek aan dat ze geconcentreerd zijn in genen die tot expressie komen in neuronen en hun contactplaatsen, de synapsen. Ook bleek dat een aanzienlijk deel van de genetische varianten betrokken is bij signaaloverdracht tussen zenuwcellen (synaptische transmissie). Dit kan betekenen dat een verstoring in de signaaloverdracht een rol speelt bij schizofrenie. Aangetoond werd dat een abnormale neuronfunctie bij schizofrenie zich in veel hersengebieden bevindt. Dit verklaart de diversiteit aan symptomen bij iemand met schizofrenie; waaronder hallucinaties, wanen en problemen met helder denken.  

SYNGO-consortium 

De studie werd geleid door het Psychiatric Genomics Consortium (PGC), dat de hulp inriep van het SYNGO-consortium. Verhage en Guus Smit (VU), directeur van het CNCR (Center for Neurogenomics and Cognitive Research) coördineerden het onderzoek. Zij gebruikten hun expertise op het gebied van signaaloverdracht tussen zenuwcellen (synaptische transmissie) om te analyseren welke van de nieuw geïdentificeerde genen bij synaptische transmissie betrokken zijn. SYNGO ontdekte 15 nieuwe genen. Deze ontdekking opent nieuwe richtingen voor onderzoek om te begrijpen waarom het niet goed functioneren van de synapsen bijdraagt aan het risico op schizofrenie. “Het SYNGO-consortium is er trots op bij te dragen aan deze wereldwijde samenwerking, die ongekend is in omvang. Ook uniek is het toepassen van synapsbiologie om schizofrenie beter te leren begrijpen”, aldus Verhage. 

Grootste genetische studie 

De nu gepubliceerde studie is de grootste genetische studie van schizofrenie ooit. Er was een team van honderden onderzoekers uit 45 landen samengebracht voor het in kaart brengen van de genen en biologische processen die ten grondslag liggen aan schizofrenie. Er werden 76.755 mensen met schizofrenie en 243.649 gezonde mensen onderzocht. Uiteindelijk vonden de onderzoekers een veel groter aantal genetische banden met schizofrenie dan ooit tevoren, in 287 verschillende regio's van het menselijk genoom. “Deze studie maakt de weg vrij voor nieuw onderzoek naar het niet goed functioneren van synapsen bij schizofrenie”, aldus Smit.