Vrouwen worden onevenredig zwaar getroffen door de ziekte van Alzheimer. Ook zijn het grotendeels vrouwen die mantelzorg leveren aan patiënten met alzheimer. Aldus Wiesje van der Flier, wetenschappelijk directeur van Alzheimercentrum Amsterdam, vandaag op Internationale Vrouwendag. Van der Flier pleit voor meer onderzoek naar waarom meer vrouwen alzheimer krijgen. Ook hun grotere rol als mantelzorger bij deze ziekte vraagt om meer onderzoek. Van der Flier schreef hierover in het Britse ‘The Economist's Impact report on Sex, Gender and the Brain’.

Onderzoek van Amsterdam UMC uit 2020 toont aan dat er verschil is in de hoeveelheid hersenschade bij mannelijke en vrouwelijke patiënten met de ziekte van Alzheimer. Bij vergelijkbare symptomen en klachten hadden vrouwen relatief meer hersenschade. Dit kan er op duiden dat vrouwen betere cognitieve reserves hebben dan mannen, waardoor het langer duurt voordat de hersenschade merkbaar wordt. Niettemin is de meerderheid van de 55 miljoen mensen wereldwijd met alzheimer, vrouw. In de Verenigde Staten is het maar liefst 66%. Vaak wordt aangenomen dat dit hogere percentage voornamelijk wordt veroorzaakt doordat vrouwen langer leven. Toch is dit geen volledige verklaring voor dit verschil tussen mannen en vrouwen. "Gelukkig is er steeds meer aandacht voor de relatie tussen geslacht en alzheimer. We weten niet helemaal zeker waarom meer vrouwen alzheimer krijgen. Bij andere vormen van dementie, zoals dementie met Lewy bodies, is juist het percentage mannen hoger. Onderzoek naar verschillende vormen van dementie en geslacht is daarom zeer relevant en nodig”, zegt Van der Flier.

Zonder diagnose geen hulp

Vrouwen dragen ook voor bijna 60% bij aan de mantelzorg voor alzheimerpatiënten. Zo hebben vrouwen niet alleen meer kans op het krijgen van de ziekte van Alzheimer, maar ook een groter risico dat hun leven verandert door zorg voor een familielid met de ziekte. Volgens Van der Flier is een diagnose essentieel, voor zowel patiënt als mantelzorger. Zonder een diagnose zijn mensen met alzheimer en hun omgeving vaak uitgesloten van veel middelen voor hulp en ondersteuning. Zij komen zo niet in aanmerking voor bijvoorbeeld dagopvang, mentale ondersteuning of informatie over de ziekte en de veranderingen die deze kan veroorzaken. Echter, 75% van de 55 miljoen mensen met de ziekte van Alzheimer is niet gediagnosticeerd. Vorige maand lanceerde Amsterdam UMC daarom samen met negen organisaties in Nederland het project TAP-dementie. Een onderzoeksproject dat deze diagnostische cijfers wil verbeteren door in te zetten op een tijdige, nauwkeurige en gepersonaliseerde diagnose voor iedereen met dementie. Met als doel passende zorg en behandeling te bieden aan mensen met dementie.

Economische impact

The Economist keek ook naar de economische effecten van de ziekte van Alzheimer. De auteurs merkten op dat "Alzheimer de grootste last vormt van alle hersenaandoeningen, waarbij de totale zorgkosten van behandeling alleen al $ 305 miljard bedragen in de VS". In de VS verlenen naar schatting 15 miljoen mensen informele zorg aan mensen met alzheimer en andere vormen van dementie. Deze economische impact kan in de toekomst worden verlicht door behandeling. Iets wat volgens Van der Flier meer onderzoek nog relevanter maakt: “Nu een mogelijke behandeling met medicijnen steeds dichterbij komt, is het relevant om de ziekte te diagnosticeren en te voorspellen. Ook zullen we gaan ontdekken welke behandelstrategieën werken, en voor wie. Daarbij moeten we rekening houden met verschillen tussen mannen en vrouwen.”

Fotografie: Shutterstock