Voetbal is oorlog, zei Rinus Michels ooit. Maar dat is niet de reden dat er twee grote, antieke kanonnen staan voor de ingang van het Emirates Stadion in Noord-Londen. Het geschut verwijst naar de naam van de voetbalclub die in dit befaamde stadion speelt: Arsenal FC. Via de brede trappen lopen hier op wedstrijddagen horden fans - ‘Gooners’ – het stadion binnen. Het team zelf heeft als bijnaam ‘The Gunners’. Allemaal verwijzingen naar de historie, want de club werd ooit opgericht door de arbeiders van een munitie- en wapenfabriek.
Topvoetballers gevolgd
Vincent Gouttebarge, medisch wetenschapper verbonden aan Amsterdam UMC, had geen betere locatie kunnen uitkiezen voor de officiële aftrap van de Drake Football Study. De start van dit ambitieuze onderzoeksproject werd gemarkeerd met een congres op 16 oktober, over ‘Health challenges in professional football’. In de Drake Football Study worden tien jaar lang tegen de 250 profvoetballers uit zeven Europese landen gevolgd. Zij worden gemonitord en gedurende deze periode regelmatig onderzocht op vier thema’s: neurocognitieve functies, hartfunctie, gewrichtsklachten (heup, knie en enkel) en psychische klachten.
Aan het programma doet een grote groep internationale onderzoekers mee. De coördinatie ligt in handen van Gouttebarge en professor Gino Kerkhoffs, hoofd van de afdeling Orthopedie. Gouttebarge kent de voetbalwereld als geen ander. Als profvoetballer speelde hij onder andere bij het Franse Auxerre en FC Volendam. Sinds enkele jaren is hij tevens hoofd medische zaken van de internationale vakbond FIFPRO, die wereldwijd 100.000 professionele (ex-)voetballers vertegenwoordigt.
Nergens op terugvallen
“We weten dat gezondheidsproblemen vaak voorkomen bij profvoetballers, dat er weinig medische begeleiding is op lange termijn, en dat zij na hun voetbalcarrière nergens op kunnen terugvallen", zegt Gouttebarge. Maar langdurig onderzoek, over meer jaren, in de periode voor en na beëindiging van hun carrière, dat is er nog niet. Nu is er dankzij de Drake Foundation, samen met FIFPRO en Push Sports, geld voor zo'n studie.
James Drake, een Brits filantroop met een groot hart voor sport, sponsort al verschillende onderzoeksprojecten naar gezondheidsklachten bij rugby- en voetbalspelers. Hij heeft begrip voor de problemen die topsporters ondervinden na het einde van hun actieve carrière: “Ik verkocht mijn bedrijf toen ik 44 jaar was. Ik had nog een heel leven voor me en niets te doen. Dat was zo saai!” Met zijn Foundation richt James Drake zich nu op het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek. “Ik ben een verbinder. Nieuwe ideeën ontstaan vaak door mensen aan elkaar te koppelen. Dus toen ik Vincent tegenkwam, die het idee had een lang lopende studie onder profvoetballers te doen, vond ik dat een heel goed plan.”
"Voetbal was mijn leven"
Het congres met sportartsen, onderzoekers en (ex-)topsporters uit verschillende landen werd gehouden met uitzicht op het hoofdveld van Arsenal, de strak geschoren grasmat waar menig topvoetballer zijn slidings heeft gemaakt, messcherpe tackles uitvoerde of wereldgoals scoorde. Dennis ‘the menace’ Bergkamp vierde hier zijn finest hour, Robin van Persie werd in dienst van The Gunners topscorer van Engeland. Ook Marco van Basten speelde hier nog in 2006 met oud-Ajax de afscheidswedstrijd van Dennis Bergkamp. Nu was Van Basten uitgenodigd om als spreker op het congres zijn ervaringen te delen.
“Ik hoop dat deze studie de voetballers gaat helpen”, zei Van Basten. “Zelf moest ik noodgedwongen op mijn 28e stoppen vanwege problemen met mijn enkel. Toen ik 22 was had ik daar al last van, maar ik dacht dat het erbij hoorde. Ik luisterde naar anderen, niet naar mijn lichaam. Het ging van kwaad tot erger. Nu weet ik: je moet letten op wat je lichaam aangeeft.”
Van Basten werd intensief behandeld, in het AMC door de bekende 'enkeldokter' Niek van Dijk. In diezelfde periode kwam ook Ronaldo daar. “Hij voetbalt nog steeds”, vertelt Van Basten met een wrang lachje. “Je moet soms geluk hebben. Bij mij duurde het ruim 2,5 jaar voordat ik kon accepteren dat ik nooit meer zou kunnen voetballen. Dat was een lang gevecht. Voetbal was mijn leven. Ik hinkte, had pijn, dat was verschrikkelijk. Tussen 1992 en 1996 ben ik acht keer geopereerd. Het waren moeilijke jaren. Ik heb moeten vechten om een normaal leven terug te krijgen. Maar ik heb de weg terug gevonden."
Van ‘hero to zero’
Dat kunnen niet alle voetballers zeggen. Er zijn voorbeelden genoeg van topvoetballers die na hun carrière in een diep gat belanden: van ‘hero to zero’. Lees er de biografieën van Wim Kieft, Andy van der Meijde of Glenn Helder maar op na. Gouttebarge begon zijn presentatie tijdens het congres met een fragment uit de documentaire ‘Football’s suicide secret’, uit 2013 over depressie en mentale klachten van profvoetballers.
Dat profvoetballers met psychische problemen te maken krijgen, is goed verklaarbaar, vertelt Gouttebarge. “Bij andere sporten hebben de topsporters minder inkomsten. Daardoor moeten ze studeren of werken naast hun sport. Dat is een groot verschil met voetbal. Toch hoort ook bij voetbal wereldwijd maar 1 tot 2 procent tot de echte elite. Al die anderen – en daar was ik er een van – zijn niet financieel onafhankelijk na hun carrière. Als je actieve voetbalcarrière stopt rond je dertigste, dan heb je nog een heel leven voor je. Weinig voetballers denken hierover na. Je hebt geen baan meer, alle structuur valt weg, soms ontstaan er financiële problemen. Je verliest je identiteit als voetballer, als topsporter. En dan vallen ze in een zwart gat.”
Problemen voorkomen
Door gedurende tien jaar met MRI’s, röntgenfoto’s, ECG’s, bloedanalyses en cognitieve testen de verschillende functies bij profvoetballers te monitoren en het beloop van gezondheidsproblemen te registreren, willen de onderzoekers komen tot preventiemaatregelen. Die moeten helpen om problemen bij toekomstige profvoetballers te voorkomen. Gouttebarge: “We gaan deelnemers werven in de topdivisies in Zwitserland, Noorwegen, Zweden, Finland, Engeland, Nederland en Frankrijk.”
“Hoe spelers het doen na hun carrière is heel persoonlijk”, vertelde Marco van Basten de congresgangers tot slot. “De een wil of kan helemaal niet meer sporten, de ander blijft dat wel doen. Ik hou erg van sport, dus toen ik niet meer kon voetballen, ben ik gaan golfen. De laatste tijd squash ik veel. Daarin kan ik me uitleven. Dus als je niet meer kan voetballen, zoek iets dat sportief is en waar je blij van wordt. Mijn belangrijkste advies: blijf in vorm en ben bewust van wat je eet.”
Deel dit artikel op Facebook, Twitter of LinkedIn
Tekst: Jasper Enklaar
Foto's: Jasper Enklaar en extopsporter.nl