Toetsing en controle dierproeven
De Instantie voor Dierenwelzijn (IvD)
De Instantie voor Dierenwelzijn (IvD) Amsterdam is een toezichthoudende commissie. Zij adviseert bij de uitvoer van dierproeven met inachtneming van de 3 V's: Vervanging, Vermindering en Verfijning.
De focus ligt met name op dierenwelzijn, vermindering en verfijning, handelingen aan dieren, registratietoezicht en de communicatie met de CCD. Aanvragen voor projectvergunningen worden voorafgaand aan het voorleggen aan de CCD, afgestemd met de IvD. De IvD geeft advies aan de Dierenexperimentencommissie (DEC) over technische details van een onderzoeksproject.
De IvD heeft een belangrijke rol in scholing van onderzoekers en het vaststellen van bekwaamheid van onderzoekers.
Centrale Commissie Dierproeven (CCD)
Naast een instellingsvergunning is voor elk onderzoeksproject met dierproeven een projectvergunning nodig. Die wordt aangevraagd bij de Centrale Commissie Dierproeven (CCD).
Aanvragen vergunning dierproef | Centrale Commissie Dierproeven.
De Centrale Commissie Dierproeven (CCD) kan als enige in Nederland besluiten om vergunningen voor dierproeven te verlenen. Een projectvergunning om dierproeven uit te voeren gebeurt alleen als er echt geen andere onderzoeksmethoden beschikbaar is, om de doelstellingen van het project te behalen. Ook moet het nut en de noodzaak van het onderzoek voldoende opwegen tegen het ongerief voor het dier.
De Dierenexperimentencommissie (DEC)
De Dierenexperimentencommissie (DEC) maakt een afweging tussen het belang van het onderzoek (bijvoorbeeld om een ziekte te kunnen genezen of beter te begrijpen) en het belang van het dierenleed dat de handelingen veroorzaken.
Een DEC bestaat uit minstens 7 leden. De helft van de leden en de voorzitter mogen niet in dienst zijn bij de instituutsvergunninghouder die verantwoordelijk is voor het voorgelegde onderzoeksproject. Zo wordt de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid gegarandeerd.