Met een mantelzorgprogramma in het ziekenhuis willen zij ervoor zorgen dat de mantelzorger wél weet waar hij aan toe is. Het uitgangspunt van het programma is dat de mantelzorger wordt gezien als onderdeel van het zorgteam. Dat betekent dat de mantelzorger de eerste vijf dagen na de operatie bij de patiënt in het ziekenhuis blijft. Het liefst dag en nacht. Ook draait de mantelzorger mee in de zorg. Dat kan gaan om basistaken als ondersteunen bij ademhalingsoefeningen of wassen en aankleden. Maar ze kunnen ook helpen bij medische handelingen, zoals prikken of sondevoeding geven. Mantelzorgers worden hierin getraind door de verpleegkundigen. Selma: “Hoeveel de mantelzorger naast de basistaken doet, hangt af van wat de patiënt en de mantelzorger zelf willen.”
Voordeel voor patiënt, mantelzorger en zorgverlener
Het betrekken van mantelzorgers vóór het ontslag heeft verschillende voordelen. Zo gaat de overgang van ziekenhuis naar thuis soepeler. De mantelzorger is beter voorbereid op de zorg thuis. En dat geeft de patiënt een vertrouwd gevoel. Els: “Wat is er fijner dan geholpen worden door je dierbare die getraind is in het ziekenhuis?” Anne: “Bovendien ben je als patiënt veel minder afhankelijk van bijvoorbeeld wijkverpleging. Je hebt meer zelfstandigheid.” Ook voor de zorgverlener heeft het voordelen. Selma: “Een naaste geeft onbewust veel informatie over de patiënt, en voelt vaak heel goed aan wat wel of niet werkt.” Verpleegkundigen kunnen deze informatie gebruiken. Bijvoorbeeld door oefeningen aan te passen.
Mantelzorg-app
Nieuw in het onderzoek is de mantelzorg-app. Selma: “Die begeleidt de mantelzorger als het ware door de hele opname. Met instructies en bijvoorbeeld een dagboek. Zo kunnen we ook goed in kaart brengen wat de mantelzorger op een dag doet.”
Minder stress
Een van de zorgen was of het programma te zwaar zou zijn voor een mantelzorger. “Maar van mantelzorgers horen we juist dat ze blij zijn dat ze niet thuis zitten. Dat ze minder gestrest zijn, doordat ze precies weten wat er speelt”, vertelt Selma. Els: “Ook patiënten zijn minder gestrest. Ze weten dat ze het niet alleen hoeven doen en een extra paar ogen hebben die opletten. Of iemand die iets lekkers uit de keuken kan halen.” “Bovendien blijkt dat patiënten veel beter slapen als hun partner of naaste er is”, voegt Anne toe.
Praatje
Zo’n mantelzorger die nauw betrokken is bij de zorg, vraagt natuurlijk ook iets van verpleegkundigen en artsen. Els: “We hadden van tevoren eigenlijk een beetje verwacht dat artsen dit lastig zouden vinden.” Maar dat is helemaal niet zo. Het is even wennen, maar het contact met de mantelzorgers vinden ze fijn. “De sfeer is anders. Rustiger. En je maakt eens een praatje met naasten.” Selma voegt daaraan toe dat ook verpleegkundigen de samenwerking met de mantelzorger prettig vinden. Ondanks dat zij minder ‘in de lead’ zijn en wat meer tijd kwijt zijn aan het begeleiden van de mantelzorger. “Het is een investering in het begin, maar dat betaalt zich later terug”, zegt ze. Mantelzorgers nemen namelijk taken over, waardoor verpleegkundigen zich uiteindelijk meer kunnen richten op medische handelingen. Om zich voor te bereiden op hun rol, krijgen betrokken verpleegkundigen een extra training.
De toekomst
Alle drie voorspellen dat een programma als dit de toekomst heeft. Els: “Vroeger ging je naar het ziekenhuis met het idee ‘ik zet mijn brein uit, hier wordt voor me gezorgd’. Maar die houding verandert. Patiënten en naasten willen meedoen en meebeslissen. En zorgverleners staan hier steeds meer voor open.” Anne: “Over tien jaar kijken we terug en denken we misschien: ‘hoe kon het ooit anders? Logisch toch dat een patiënt een naaste bij zich heeft in het ziekenhuis. Iemand die van alles op de hoogte is en weet hoe het werkt. Nu al zien we die verschuiving. Ook andere ziekenhuizen volgen ons voorbeeld. Terwijl we nog in een onderzoeksfase zitten.”
Dit verhaal verscheen in het digitale magazine Amsterdam UMC in praktijk. Meld u aan als abonnee en ontvang automatisch nieuwe edities van het magazine per mail.