Kinderen die vóór de 37ste zwangerschapsweek ter wereld komen, moeten vaak lange tijd worden opgenomen in het ziekenhuis. De risico’s op gezondheidsproblemen zoals infecties en hersen- en longproblemen, zijn groter voor deze kinderen. Daarom besteden verloskundigen, artsen en onderzoekers extra aandacht aan vroeggeboortes en het voorkómen daarvan.
De afdeling Verloskunde van Amsterdam UMC analyseerde cijfers van het aantal kinderen in Nederland dat in de periode 2011 tot en met 2019 te vroeg is geboren. Hiervoor bekeken de onderzoekers de gegevens van bijna 1,5 miljoen zwangerschappen, waaronder ruim 23.000 meerlingzwangerschappen. Onder eenlingen daalde het aantal vroeggeboortes met 150 tot 200 kinderen per jaar. De daling was zowel te zien bij spontane als iatrogene vroeggeboortes en dan voornamelijk bij geboortes tussen de 32 en 37 weken zwangerschap, de relatief milde en late vroeggeboortes.
Martijn Oudijk: “Een kind wordt prematuur geboren als de bevalling spontaan op gang komt vóór de 37ste week van de zwangerschap. Maar een bevalling kan ook iatrogeen zijn: dan wordt het vroegtijdig opgewekt of het kind kan via een keizersnede ter wereld komen; dat gebeurt als het kind of de moeder gevaar loopt. Bijvoorbeeld als gevolg van een slecht werkende placenta of een zwangerschapsvergiftiging.” Dat deze iatrogene vroeggeboortes daalden, betekent dat er minder vaak ingrepen nodig zijn.
Minder rokende zwangeren
Martijn Oudijk is blij met deze cijfers. De laatste, nog niet gepubliceerde cijfers van 2021 laten zien dat de dalende trend doorzet. “De exacte oorzaak van de daling is moeilijk te bepalen. Maar het is zeer aannemelijk dat preventieve maatregelen een rol spelen. Zo is het aantal rokende zwangere vrouwen afgenomen in diezelfde periode. Roken is een van de meest bekende risicofactoren voor vroeggeboorte: de kans dat een baby te vroeg wordt geboren is 3 keer zo hoog als de moeder rookt.”
Daarnaast bevat de landelijke richtlijn NVOG (De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie) sinds 2007 nieuwe preventieve behandelingen voor vrouwen die ooit eerder te vroeg zijn bevallen. Oudijk: “Denk aan het geven van progesteron, een hormoon dat een vroeggeboorte kan voorkomen.” Ook is in deze periode veel onderzoek naar preventieve behandelingen gedaan in Nederland, bijvoorbeeld naar medicijnen voor zwangere vrouwen bij wie een korte baarmoedermond werd gemeten. Dit kan ook een positieve rol hebben gespeeld bij de daling van de vroeggeboortes.
Verschil tussen groepen zwangeren
Opvallend is het verschil met andere landen, waar de cijfers over vroeggeboorten gelijk blijven of zelfs stijgen. Oudijk: ”Bijvoorbeeld in de VS is het percentage vroeggeboortes ongeveer 2 keer zo hoog. Daar is de toegang tot zorg moeilijker, vooral onder de armere bevolking. Dat zie je terug in de cijfers.” Ondanks de trenddaling is ook in Nederland een verschil te zien tussen groepen zwangeren. Uit de studie blijkt namelijk dat het percentage vroeggeboren kinderen onder moeders met een lage sociaal-economische positie niet is gedaald. Oudijk: “Dus onder deze groep vrouwen valt nog echt winst te behalen. We zijn daarvoor een project aan het opstarten, waarin vrouwen uit een armere wijken in de gemeente Amsterdam extra aandacht, voorlichting en ondersteuning krijgen tijdens hun zwangerschap, juist om deze groep vrouwen te helpen.”
Lees het wetenschappelijke artikel over de trends in vroeggeboorte van 2011 tot en met 2019 in Nederland.
Wereld Prematurendag
Wereldwijd wordt een op de tien baby’s te vroeg geboren. Veel van deze kinderen liggen vanaf de geboorte lange tijd in het ziekenhuis. Zij lopen een hoger risico op een hersenbloeding, longproblemen of infecties. Het is voor de familie vaak een spannende en onzekere tijd. Op 17 november, Wereld Prematurendag, wordt extra aandacht gevraagd voor (de problemen rond) een vroeggeboorte.
Fotografie: Marieke de Lorijn