Als kindernefroloog behandelt Levtchenko kinderen met nierziekten. Dat zijn er veel, en tot haar grote frustratie zijn maar weinig van hen goed te helpen. “Als nieren stoppen met werken, ben je meestal aangewezen op dialyse. Dat is geen prettige behandeling. Het beste is een niertransplantatie, maar er zijn helaas niet genoeg geschikte donornieren. Maar liefst 30 procent van de donornieren van overledenen wordt afgekeurd omdat de kwaliteit niet voldoet.”

Steeds vaker speelde bij Levtchenko een idee door haar hoofd dat haar maar niet losliet: hoe kunnen we de kwaliteit van deze donornieren verbeteren? “Een nier kan zichzelf niet herstellen, zoals andere organen dat soms wel kunnen. Rond de 36e week van de zwangerschap is een nier volledig ontwikkeld: dan hebben de stamcellen hun werk gedaan. Dus: alléén nierstamcellen kunnen een nier herstellen. En die vind je uitsluitend in nieren van baby’s die te vroeg zijn geboren.”
Vrijdagavond
En zo kwam Levtchenko uit bij een heikel punt: hoe kom je aan die stamcellen? Stukjes weefsel uit de nier halen bij te vroeg geboren baby’s is natuurlijk geen optie. Maar ze liet zich niet uit het veld slaan en onderzocht of deze stamcellen ook te vinden waren in de urine van te vroeg geboren baby’s. “Dat was wel een beetje een gek idee: het zijn maar een paar cellen en die zijn echt heel moeilijk te vinden. Een PhD-student is er lang mee bezig geweest. Twee jaar lang vond ze niks, tot ze op een vrijdagavond ineens iets zag dat op een stamcel leek.” Levtchenko zal dat moment niet snel vergeten. Een doorbraak!
Donornier bewaren
Levtchenko: “Dit was pas het begin.” Want hoe kun je met nierstamcellen de kwaliteit van donornieren nou precies verbeteren en hoe kun je dat onderzoeken? De groep van Levtchenko toog naar Cambridge, waar collega’s met ander onderzoek bezig waren: “Zij hadden een model ontwikkeld om de donornier goed te bewaren tot de transplantatie. Dat deden ze niet op meer ijs, maar met een machine die bloed pompt door de nier. Dan werkt de nier dus gewoon, buiten het lichaam! Dat was heel interessant voor ons onderzoek. Zo konden we nagaan of onze stamcellen hun werk zouden doen.”
Betere nierfuncties
Door de stamcellen in de nierslagader te injecteren, konden Levtchenko en haar collega’s het effect ervan goed controleren. Uit alle metingen en proeven bleek inderdaad dat door de stamcellen ontstekingen verminderden en nierfuncties beter werden. En, nog mooier: de – volwassen – donornier van slechte kwaliteit begon, dankzij de stamcellen, ‘embryonale tekenen’ te vertonen: alsof het een babynier in ontwikkeling betrof.
Samen met neonatologie
Het is een bijzondere ontdekking, die in haar vakgebied veel teweeg heeft gebracht. “Ik ben in 2023 naar het Emma Kinderziekenhuis gekomen om verder onderzoek te doen. Juist hier, want het Emma heeft hiervoor alle faciliteiten. De samenwerking met andere specialismen is bij dit onderzoek heel belangrijk. Samen met de afdeling neonatologie, waar premature baby’s behandeld worden, hebben we een techniek ontwikkeld om de stamcellen direct uit de urine te halen. De cellen worden vermeerderd en bewaard in een biobank.”
Niervitamine
Een volgende stap is dat de nierstamcellen geïnjecteerd kunnen worden in een persoon, rechtstreeks in de zieke nier. Maar Levtchenko heeft meer hoopgevende ideeën: “Celtherapie is best een ingewikkelde procedure. Het zou nog mooier zijn als we bijvoorbeeld een product, een bepaalde factor, van die stamcel kunnen maken; een ‘niervitamine’ als het ware. Iets waardoor je nieren beter kunt maken, of kunt zorgen dat ze zichzelf beter maken.”
Beeld: Adobe Stock en Nienke Elenbaas (portret)