Onderzoek toont aan dat de helft van de mensen met een depressie of angststoornis jeugdtrauma heeft ervaren. Mensen met een jeugdtrauma hebben bovendien meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht. Over wat voor leed praten we dan?
“In onze studies onderscheiden we emotionele- en lichamelijke verwaarlozing en emotioneel-, fysiek- en seksueel geweld. Maar jeugdtrauma is heel complex, diverse trauma’s lopen vaak door elkaar heen. Een kind met jeugdtrauma maakt vaak tegelijkertijd van alles mee op dit vlak. Bepalend voor de gevolgen op latere leeftijd zijn het aantal doorgemaakte trauma’s en bovendien hoe vaak en hoe lang het plaatsvond. Het ervaren van trauma in de vroege jeugd leidt tot een andere ontwikkeling op psychosociaal vlak. Mensen met jeugdtrauma meer last hebben van negatieve stemmingen, een laag zelfbeeld, gevoelens van schuld, onzekerheid, en angst en ze maken zich eerder zorgen dan anderen. Deze groep heeft een tot 2 keer grotere kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht.”
Wat maakt dat je vanwege jeugdtrauma een grotere kans hebt op lichamelijke ziektes?
“Daar is niet één simpele verklaring voor. De ongunstigere psychosociale ontwikkeling kan letterlijk leiden tot fysiologische veranderingen in het lichaam door ontregelde biologische stresssystemen. In een gezonde situatie zijn deze stresssystemen nuttig; zo versterkt het stresshormoon cortisol je afweersysteem. Maar als deze stresssystemen chronisch geactiveerd zijn, dan raken die systemen uitgeput. Allerlei processen in het lichaam worden dan geactiveerd, wat je kwetsbaar maakt voor het ontwikkelen van psychische- én lichamelijke aandoeningen. Daarnaast zien we dat ongezonde leefstijl meer voorkomt bij mensen met jeugdtrauma. Dit kan ook bijdragen aan hun grotere kans op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht. In studies onderzochten we de biologische leeftijd - de staat waarin je lichaam zich bevindt - van mensen met jeugdtrauma. We keken hierbij naar de lengte van telomeren, zogenaamde beschermkapjes van ons DNA, die cruciaal zijn voor het verloop van de biologische veroudering, en naar veranderingen op het DNA door omgevingsfactoren en leefstijl. De biologische leeftijd van deze groep was beduidend hoger dan dat van leeftijdsgenoten zonder jeugdtrauma.”
Waarom hebben kinderen uit hetzelfde gezin op latere leeftijd niet dezelfde mate van klachten als gevolg van jeugdtrauma?
“In NESDA, een grootschalige Nederlandse studie naar depressie en angststoornissen, hebben we broers en zussen vergeleken. Binnen een gezin is er zeker meer kans op angst en depressie vanwege jeugdtrauma, maar onderling kan het verschillen. Verschillen in genetische kwetsbaarheid kunnen een verklaring zijn; broers en zussen delen gemiddeld de helft van hun DNA. Mensen kunnen dus genetisch verschillen in de mate waarin ze bij stress hun biologische stresssystemen activeren. Maar, hoewel er omstandigheden zijn waarvan niemand betwist dat er sprake is van geweld of verwaarlozing, er is ook sprake van subjectiviteit in beleving tussen familieleden. Het kan verschillen hoe je jeugdtrauma ervaart, welke plek het krijgt in de rest van je leven. Veerkracht lijkt daarbij van belang. Bij hart- en vaatziekten, overgewicht en diabetes kijk je bovendien naar effecten in het latere leven. De jaren tussen het meemaken van trauma en het ontwikkelen van ziektes zijn ook belangrijk voor de vorming van gezondheid. Hoe je je dan ontwikkelt kan bufferen tegen de negatieve effecten van jeugdtrauma.”
Hoe kun je voorkomen dat je op latere leeftijd ziek wordt als gevolg van jeugdtrauma?
“Jeugdtrauma is zeker niet de enige risicofactor voor gezondheid, maar in studies blijkt het wel een heel consistente risicofactor. Niet onlogisch als je nadenkt over de vorming van mensen en wat er kan gebeuren als een stabiele basis ontbreekt. Je kunt een jeugdtrauma helaas niet wegnemen, maar toch kun je de invloed die het kan hebben op de rest van je leven wel verminderen. Als mensen vanwege jeugdtrauma al mentale problemen hebben ontwikkeld, weten we uit een recente studie dat deze mensen goed reageren op standaardbehandelingen met bijvoorbeeld medicatie en psychotherapie. Ook online bestaan er diverse effectief gebleken interventies voor mensen die lichtere mentale klachten hebben. Het geeft hen bijvoorbeeld handvaten om met negatieve gedachtes om te gaan. En natuurlijk is het voor iedereen nuttig om aandacht te hebben voor een gezonde leefstijl, dit geldt zeker ook voor mensen met jeugdtrauma. Jeugdtrauma is een belangrijke risicofactor voor roken, alcohol, slecht slapen en lichamelijk inactief zijn. Leefstijlbegeleiding kan hier dus ook een belangrijke bijdrage geven aan het voorkómen van ziekten op volwassen leeftijd.”
Welke vervolgonderzoeksvragen hebben deze studieconclusies inmiddels opgeroepen?
“Binnen NESDA volgen we nu kinderen tussen de 10 en 25 jaar van patiënten met depressie en angststoornissen. Zij hebben zowel een genetische kwetsbaarheid, maar groeien ook op in een meer kwetsbare omgeving. We willen meer begrijpen over de psychosociale processen die er binnen gezinnen spelen en kijken hierbij ook weer naar de rol van het ervaren van jeugdtrauma. Het is belangrijk om kinderen die risico lopen op ontwikkeling van mentale problemen vroeg te identificeren. Preventieve online interventies kunnen voor hen al voldoende zijn. Binnen deze zogenoemde MARIO-studie onderzoeken we nu wat het effect hiervan is. We onderzoeken daarnaast ook de effecten van leefstijlinterventies bij mensen met depressie en angststoornissen. We bekijken hoe en voor wie hardlopen de gezondheid verbetert, en hoe zich dit verhoudt ten opzichte van behandeling met antidepressiva. Eerste bevindingen tonen dat mensen die hardloop-behandeling kregen een zelfde verbetering laten zien in mentale gezondheid, maar een grotere verbetering in lichamelijke gezondheid. Het laat zien hoe belangrijk het is om meer aandacht te hebben voor leefstijlinterventies, ook in de psychiatrie.
Tekst: Caroline Wellink
Fotografie: Mark Horn