Het grootste probleem bij angststoornissen is dat ze zeer hardnekkig kunnen zijn, maar de huidige aanpak houdt hier onvoldoende rekening mee. Die richt zich te veel op oplossingen voor de korte termijn, terwijl de focus juist zou moeten liggen op de lange termijn. Aldus Neeltje Batelaan, hoogleraar psychiatrie van angstgerelateerde stoornissen van Amsterdam UMC, in haar oratie op 5 september. “Om hardnekkigheid te voorkomen pleit ik voor meer preventie en tijdige behandeling. Cruciaal hierbij is meer kennis over deze stoornissen. Zowel in de samenleving als bij zorgprofessionals, want daar begint goede zorg.”

De recente cijfers laten een verontrustende trend zien: het percentage volwassenen met een angststoornis is in Nederland gestegen van 10 naar 15 procent. De gevolgen van angststoornissen voor de samenleving zijn enorm , zoals recent gepubliceerd door het RIVM. "De impact móet omlaag”, benadrukt Batelaan. Mensen kunnen niet meer naar de supermarkt of hun werk. Ze raken geïsoleerd en partners nemen taken over. Werkgevers krijgen te maken met hoog ziekteverzuim. Onbedoeld wordt kinderen angstig gedrag aangeleerd.

Vaak opnieuw klachten

Aanvankelijk is een angststoornis – denk bijvoorbeeld aan een fobie – veelal mild, maar na verloop van tijd wordt deze vaak hardnekkiger. Mensen gaan situaties vermijden die bij hen angst oproepen. Ook zijn er vaak bijkomende stoornissen zoals een depressie, of overmatig middelengebruik die de vooruitzichten ongunstiger maken. De huidige behandelingen bieden geen duurzame oplossing; een op de vier mensen krijgt na een succesvolle cognitieve gedragstherapie opnieuw klachten. Een op de drie mensen krijgt opnieuw klachten na afbouw van medicatie. Het voorkómen van terugval is nog geen standaard onderdeel van de behandeling, omdat er nog geen onderzoek is gedaan naar interventies.

Alert zijn bij angstklachten onder jongeren

Om de behandeling van angststoornissen te verbeteren, pleit Batelaan voor een aanpak die beter aansluit op de specifieke kenmerken van de stoornis. Omdat meer dan de helft van de angststoornissen al voor het 18e levensjaar ontstaat, is het belangrijk alert te zijn bij angstklachten onder jongeren en adolescenten. Hardnekkigheid moet worden voorkomen met preventie en tijdige zorg.
Batelaans visie wordt ondersteund door cijfers van een maatschappelijke kosten-batenanalyse, die eind september gepubliceerd wordt. Nu wordt nog te vaak gewacht met behandelen tot de problematiek bij de mensen met een angststoornis ernstiger is geworden, en dat is in haar ogen onverstandig. Om dat te veranderen, is er meer kennis in de samenleving en bij zorgprofessionals noodzakelijk. Daarnaast is het terugdringen van de wachtlijsten in de GGZ essentieel.
Batelaan roept verder op tot het ontwikkelen van vervolgbehandelingen, omdat een derde tot de helft van de patiënten onvoldoende herstelt na een eerste behandeling. Het vrijwel ontbreken van vervolgbehandelingen is ook gesignaleerd in de herziene multidisciplinaire behandelrichtlijn angst- en dwangstoornissen, die deze week is verschenen.

Foto: privéarchief